Zonnepark op de Belgische daken

In 2022 kondigde de Vlaamse regering aan dat alle industriële grootverbruikers van elektriciteit tegen 2025 minstens 10% van hun dakoppervlak moeten bedekken met zonnepanelen. Grootverbruikers zijn alle bedrijven die meer dan 1.000 MWh verbruiken, ofwel het jaarverbruik van bijna 300 gezinnen. Voor overheidsgebouwen ligt de drempel op 250 MWh per jaar. 

Nochtans doet Vlaanderen het al vrij goed, met 120 installaties per 1.000 inwoners. Daarmee moet Vlaanderen binnen de EU enkel Nederland en Duitsland achter zich laten. Maar er is nog heel wat groeipotentieel: waar het vermogen eind mei werd afgeklopt op 5.282 MW, ligt het potentieel ruim tien keer zo hoog: 56.968 MW. 

Zonnige inspiratie 

Een van de spelers die ervoor wil zorgen dat Vlaanderen dat potentieel ook echt aanboort, is het energiebedrijf Nett. Met behulp van Belmap ging stichter Arthur Despiegelaere na hoeveel grote daken al bedekt zijn met zonnepanelen. Opvallend bleek bij hoeveel daken dat nog niet het geval was. Sommige van hen hebben zo’n laag verbruik dat de installatie de moeite niet zou zijn, bij andere is het verbruik zo hoog dat zonnepanelen een druppel op een gloeiende plaat zouden zijn. 

Het Kortrijkse bedrijf vond inspiratie over de oceaan om die tegenstelling op te lossen. In 2015 al maakte Google plannen voor de constructie van twee zonneparken om zijn datacentra van energie te voorzien. Datzelfde jaar startte ook Amazon met het uitbouwen van een zonnepark dat naar verwachting 170.000 MWh per jaar zou produceren.  Dichter bij huis creëerde ook AB InBev een zonnepark zodat het vanaf 2022 zijn bieren kon brouwen met ‘100% hernieuwbare elektriciteit’. 

Zonnige toekomst 

Ook Nett gaat voor een zonnepark, maar dan wel verspreid over de daken van de Vlaamse ondernemingen. Bij ondernemingen met een groot dak (en een laag verbruik) treedt de Kortrijkse energiespecialist op als derde partij: het bedrijf staat in voor het ontwerp, de financiering, de bouw en het onderhoud van de installatie. 

Met de bedrijven onder die grote daken sluit Nett een corporate Power Purchase Agreement (cPPA) af. Het overschot van de opgewekte energie verkoopt het voor een vaste prijs en een duurtijd van tien tot vijftien jaar aan bedrijven die zelf geen zonnepark kunnen installeren, maar wel willen investeren in groenere energie. Zij zijn bovendien zeker dat de groene stroom die ze aankopen effectief komt van nieuw aangelegde zonnepanelen.  Een win-win-win-win voor Nett, verkopers, aankopers én de planeet.