De Europese politici gooien de handdoek in de ring

EU-update: verbod op dwangarbeid en Due Diligence compromis

De Europese instellingen hebben een overeenkomst bereikt over het voorstel om producten gemaakt met dwangarbeid te weren van de Europese markt. Ondertussen lanceren Belgische onderhandelaars een compromistekst om de Due Diligence richtlijn te redden.

Wereldwijd werken er ongeveer 27,6 miljoen mensen in dwangarbeid, zowel in de particuliere sector als van overheidswege. Daarom werkt de Europese Unie al sinds september 2022 aan een ‘Forced Labour Import Ban’. Op 5 maart bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopige overeenkomst die producten gemaakt met dwangarbeid verbannen van de Europese markt. Het verbod geldt daarin ook voor producten of onderdelen gemaakt binnen de Europese Unie en op de export van zulke producten uit de Europese markt.

Onderzoeksplicht VS bewijsplicht

In tegenstelling tot het oorspronkelijk voorstel van de Commissie (en de Amerikaanse variant: de ‘US Uyghur Forced Labor Import Ban’) zullen het niet de ondernemers zijn die moeten aantonen dat hun toeleveringsketen vrij is van dwangarbeid. Het is aan de Commissie om onderzoek te doen naar dwangarbeid buiten de EU en aan de relevante nationale autoriteiten (NCA) om dwangarbeid binnen de lidstaten op te sporen. Betrokken ondernemers krijgen in zo’n onderzoek het recht om gehoord te worden.

Om zulke onderzoeken te faciliteren, zal de Commissie een database oprichten met actuele informatie, zoals rapporten van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en een lijst van sectoren en regio’s met een hoog risico op dwangarbeid. Daarnaast zal de Commissie richtsnoeren voorzien, zowel voor ondernemers als nationale autoriteiten, waaronder best practices om verschillende vormen van dwangarbeid te remediëren en begeleidende maatregelen voor kmo’s. Er komt een centraal portaal tegen dwangarbeid, of ‘Forced Labor Single Portal’ om alle informatie en maatregelen te bundelen.

Gevolgen voor ondernemers

Producten die niet voldoen aan het verbod op dwangarbeid worden van de Europese markt gehaald of in beslag genomen en vervolgens gedoneerd, gerecycleerd of vernietigd. Ondernemers die het verbod niet naleven, kunnen daarvoor ook beboet worden. In de overeenkomst zijn uitzonderingen voorzien, onder meer voor kritieke producten waarvan de voorziening in het gedrang komt. Dan kan de bevoegde autoriteit beslissen om het product in te houden tot de ondernemer kan aantonen dat er geen dwangarbeid meer voorkomt in de toeleveringsketen.

Verdere stappen

Het Europese Parlement en de lidstaten moeten het voorstel nu formeel aannemen. De lidstaten zouden dat doen met een eindstemming in de Raad op 13 maart, het parlement zou stemmen in april. Het verbod treedt dan effectief in werking 36 maanden later.

Het lot van de Due Diligence richtlijn

Het verbod op dwangarbeid staat in principe los van de Due Diligence richtlijn (CSDDD) die momenteel vastzit door tegenstand van onder meer Duitsland en Italië. Al is het uitvoeren van due diligence op de eigen toeleveringsketen wel de uitgelezen manier om het verbod na te leven of producten terug in de regel te stellen. De Belgische onderhandelaars lanceerden op 5 maart nog een compromistekst om de CSDDD te redden voor de Europese verkiezingen in juni.

Het nieuwe voorstel zou de CSDDD enkel toepassen op bedrijven met meer dan 1000 werknemers en meer dan € 300 miljoen in wereldwijde omzet, een verdubbeling van eerdere drempels. Voor kleinere bedrijven komt er een gefaseerde aanpak met vijf jaar uitstel. Een uitzondering die een voorzichtiger aanpak mogelijk maakt voor risicosectoren zoals kleding, landbouw en mijnbouw is geschrapt. Het nieuwe voorstel beperkt ook de aansprakelijkheid van bedrijven, zodat vakbonden of activisten hen minder makkelijk voor de rechter kunnen dagen.

Update 11/3: onderhandelaars werken richting een finale goedkeuring op vrijdag 15 maart, al blijven bepaalde partijen dwarsliggen.
 

Update 15/03/2024

Op 15 maart werd de CSDDD alsnog goedgekeurd door de EU-lidstaten, zij het in een afgezwakte vorm.

Alleen ondernemingen met een jaaromzet van meer dan € 450 miljoen en minimaal duizend personeelsleden moeten aan de regels voldoen. (Initieel zou de richtlijn hebben gegolden voor bedrijven met 500 werknemers en een omzet van € 150 miljoen.)

De instemming van de EU-landen komt net op tijd. De wet kan volgende maand nog net door het parlement worden geloodst, voordat het zich opmaakt voor de Europese verkiezingen.

Vragen over de CSDDD? Mail ons via info@mvovlaanderen.be