Spinnen - Biodiversiteit

Elk beestje (ge)telt

Tussen 1 juni en 31 augustus gingen een kleine 40.000 Vlamingen op zoek naar insecten. Niet om ze dood te meppen, wel om ze te tellen.

Ruim 1,5 miljoen werden er doorgegeven via waarnemingen.be of via de fotoherkenningsapp ObsIdentify. Iedereen kon daar foto’s doorsturen van insecten die ze in de tuin, in het bos of in de stad hadden gezien. De app vertelde hun niet alleen welke vliegende en kruipende beestjes ze waren tegengekomen, maar verzamelde die informatie ook. Eind september wordt het volledige rapport uitgebracht, maar ondertussen is al duidelijk dat – ondanks de grote massa gespotte insecten – er toch een achteruitgang zichtbaar is.

Achteruit fladderen

Zo waren er tijdens de zomer van 2023 amper wespen te zien. Nochtans zijn deze insecten erg nuttig omdat ze vliegen en muggen vangen. Ze fungeren als het ware als een opruimingsdienst van de natuur. Ook bij de vlinders zijn er al een paar verliezen op te merken. Het bruin zandoogje zette z’n neerwaartse trend verder en de poelruitspanner, een nachtvlinder, is amper nog te zien.

De grootste verliezer over de hele lijn was de bonte bessenvlinder, die top 5 werd aangevuld door de zwarte heidelibel, de kleine vos (een vlinder) en de reuzenlangpoot. De zwarte heidelibel was niet de enige libelsoort die het moeilijk had. De meest geziene soort, de venglazenmaker,  is pas op plaats 32 van de ranking terug te vinden.

Naast vlinders hebben ook heel wat bestuivers het moeilijk. Dat bijen het lastig hebben is langer geweten, maar ook voor de bessenbandzweefvlieg werden er in vergelijking met vorig jaar 60% minder locaties gemeld. De akkerhommel brengt dan weer beter nieuws. Die vervolledigt, samen met het klein koolwitje en de atlanta, twee vlinders, de top drie van meest voorkomende insectensoorten.

In volle bloei

Meer goed nieuws kwam er van een aantal soorten die zelden nog worden gespot. In de provincie Antwerpen werd de erg zeldzame gifoogdaas, een vlieg, gespot, en werd er een tweede Belgische populatie ontdekt van de zestandgoudwesp. In Limburg zijn er zelfs 2 vlekpootwespbijen gevonden, een soort waarvan men dacht die hier was uitgestorven.

In de grootsteden werden sowieso veel insecten gespot, niet alleen omdat er daar veel deelnemers waren, maar ook omdat insecten zich vlot aanpassen aan zowel de stedelijke als de natuurlijke omgeving die daar terug te vinden is. Al is het niet altijd goed nieuws als een populatie het goed doet. De Aziatische hoornaar staat bijvoorbeeld op de vierde plek bij de bijen en wespen. Bij de kevers staat het Aziatisch lieveheersbeestje, die de larven van onze inheemse lieveheersbeestjes op eet, op de eerste plaats.