Wereldwijde organisatie geeft duurzame IT duwtje in de rug

De missie van The Green Grid is duidelijk: leveranciers, eindverbruikers zoals aankopers, datacenters en overheden bewust maken van de noodzaak van een ecovriendelijke IT-infrastructuur. “De informatie die we hiervoor gebruiken, komt van vrijwilligers. Het zijn mensen die gepassioneerd zijn door IT en vaak zijn het groene jongens. Ze schrijven bijvoorbeeld white papers over hoe je cloud computing kunt vergroenen.”

Vaak begint het met een idee die een vrijwilliger lanceert, wat daarna kan uitgroeien tot een dossier. “Als een idee aanslaat bij de achterban, dan wordt er een groep van specialisten samengesteld. Zij onderzoeken het idee verder, valideren de white paper, waarna het gepubliceerd kan worden. Een comité waakt over de objectiviteit. In alle bescheidenheid kan ik zeggen dat onze informatie zeer objectief is. Op die manier groeiden we uit tot de grootste informatiebron op het gebied van groene IT.”

Groene IT-matrix

The Green Grid krijgt van over heel de wereld vragen over duurzame IT: van Brussel (Europese Commissie), over Washington tot Tokyo en Bejing. “We bekijken duurzame IT vanuit een matrix uit drie delen: energie-efficiëntie, koolstofefficiëntie en waterefficiëntie. De meest bekende standaard is de PUE-standaard (Power Usage Efficiency). Google is er bijvoorbeeld mee aan de slag gegaan. De bedoeling is om er nu een ISO-standaard van te maken.”

Deze standaarden moeten meer inzicht geven over de impact van het toenemend dataverkeer. “En die is hallucinant. In Europa zijn er drie grote internetknooppunten. Een in London, Frankfurt en Amsterdam. Alle internationaal dataverkeer loopt via deze knooppunten. Zij publiceren de cijfers over hoeveel data dat gaat.

Wat zien we? Dat tussen 2001 en 2015 het dataverkeer 1.500 keer toenam. En het stopt natuurlijk niet. Het is de snelst groeiende industrie ooit. Al die data moet natuurlijk ergens opgeslagen worden. Daar is energie voor nodig. De schatting is nu dat de energiebehoefte hiervoor op twee à drie procent ligt van de dagelijkse energiebehoefte van de mens. Als je alle toestellen en netwerken daarbij rekent, kom je op vijf à zes procent.”

Koeling met koude lucht en zeewater

Het bewustzijn in de IT-industrie neemt toe. Een voorbeeld daarvan is Google. “Zij hebben een datacenter in Finland geopend, zodat ze gebruik kunnen maken van de koude lucht voor de koeling. Ze gebruiken ook zeewater.

Facebook is met zijn datacenter omwille van dezelfde reden verhuisd naar de poolcirkel. Ze investeren hierin veel geld.

Apple werkt dan weer samen met Greenpeace aan een onderzoek ‘How green is your cloud?’ en gebruikt vooral windenergie om iTunes te voorzien van elektriciteit. Ze willen alle datacenters klimaatneutraal maken en inzetten op alternatieve energie.

Microsoft denkt eraan om eventueel in de oceaan een datacenter te bouwen, zodat ze ook de energie kunnen terugdringen door het gebruik van koud zeewater.”

De voorbeelden zijn allemaal grote bedrijven. Is het iedereen gegeven? “Ik ben de laatste die beweert dat inzetten op duurzame IT gemakkelijk is. The Green Grid geeft wel veel inspiratie en informatie om stappen te zetten. Het is een methodologie.

Hoe de bedrijven reageren? Je hebt er altijd die openstaan om er iets mee te doen. Anderen geloven er niet in. De grootste groep bestaat uit bedrijven die al een beetje bewust zijn van de noodzaak, maar er nog niets mee doen.

De overheden zouden deze groep over de streep kunnen trekken. Als je voor duurzame mobiliteit steunmaatregelen durft te geven, moet dat zeker ook voor duurzame IT kunnen. Soms moet je geen stok gebruiken, maar een wortel. De voordelen zijn simultaan.”

Performance indicator tool

The Green Grid probeert bedrijven in de eerste plaats te informeren, maar daarnaast wil de organisatie ook hulp bieden. “Bedrijven kunnen een business case bestellen. Er zijn altijd mensen bij ons die hen hierbij kunnen helpen. Daarnaast staan er op onze website ook tal van tools. Zo is er de Data Center Maturity Model assessment tool die een uurtje duurt om in te vullen. Deze toont meteen een aantal verbeterpunten die op korte termijn al resultaat kunnen geven op het energieverbruik.”

Roel Castelein heeft nog twee belangrijke tips.

• “Vaak zit het budget voor IT mee opgenomen in het budget voor facility management. Bedrijven zouden die budgetten beter loskoppelen. Het geeft hen beter zicht op de impact van hun IT op het energieverbruik. Daaraan kunnen ze meer gerichte acties koppelen.
• Een ander probleem zijn de comateuze servers. Een Amerikaanse professor,  Jonathan Koomey, berekende dat er wereldwijd tien miljoen servers draaien en elektriciteit verbruiken maar niet meer gebruikt worden. Als je dat zou uitleggen aan een rederij, moet je zeggen dat je lege boten zou laten rondvaren, maar ze wel de kosten ervan dragen. Dat is te gek voor woorden. Bedrijven moeten die servers dus durven afzetten.”