Nog steeds sociaal voelend, maar het economische is ook belangrijk

De Werkplekarchitecten ondersteunen ondernemers die werkzoekenden kansen bieden via stages, opleiding op de werkplek en job- en taalcoaching. Aan deze heldere dienstverlening ging een flinke kentering vooraf nadat overheidssubsidies wegvielen.

“Hierdoor moesten we ons in vraag stellen. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar mensen snappen nu beter wat we doen”, aldus Isabel Verhaert, directeur bij De Werkplekarchitecten.

De Werkplekarchitecten bestaan uit meer dan honderd niet-winstgedreven organisaties die actief zijn op meer dan 230 locaties in Vlaanderen en in Brussel. Ze coachen werkzoekenden en werkenden om een job te vinden én te houden.

“We willen de afstand tot de arbeidsmarkt voor werkzoekenden verkleinen. We geloven namelijk in een arbeidsmarkt waarin iedereen een rol kan spelen; een bijdrage kan leveren.

Een inclusieve arbeidsmarkt in in een inclusieve maatschappij. Dat is dan ook de missie van onze koepelorganisatie Sterpunt Inclusief Ondernemen.”

Vermarkting zorgde voor schokgolf in sector

Twintig jaar geleden kon de organisatie rekenen op flinke overheidssteun. Tot die subsidies bijna doorheen de tijd wegvielen.

“Het zorgde voor een schokgolf in de sector. We moesten dus onszelf gaan herbekijken. De kans bestond zelfs dat we moesten ophouden te bestaan. Door de komst van de zogezegde ‘tenders’, waardoor de markt werd opengegooid, zagen we de noodzaak om in meer of mindere mate, en op onze manier, mee een marktspeler te worden.

Uiteraard protesteerden we eerst tegen die vermarkting, maar eigenlijk zag ik achteraf ook het goede ervan in. Het dwong ons om onszelf in vraag te stellen. We beseften dat we op een andere manier moesten ondernemen.”

Werkproces omgedraaid

Waar vroeger het economische luik een vieze klank had, krijgt het nu meer aandacht.

“We zijn nog steeds sociaal voelend, maar het commerciële is ook belangrijk. Op die manier kunnen onze leden hun winsten terug in hun missie en visie steken: in innovatie van hun dienstverlening om hun doelgroep verder te ondersteunen.

Dit proces vroeg jaren. Vroeger gingen ze eerst mensen opleiden om ze dan naar de arbeidsmarkt te brengen. Nu luisteren ze eerst wat werkgevers nodig hebben. Dan pas volgt de opleiding.”

“We zijn er wel van overtuigd dat je niet alles kunt vermarkten. Neem nu de zwakte doelgroep, mensen die ondanks een stage nooit klaar zullen zijn voor een job in het ‘normale’ circuit. Als je resultaatsgedreven moet ondernemen, dan richt je je pijlen op doelen die je wel weet te bereiken.”

Werkvloer gaat veranderen

De Werkplekarchitecten konden zich in de markt handhaven door zelf te gaan ondernemen.

“We leerden dat de expertise ligt in het rendabel maken van de sociale doelstelling. We weten nu hoe we moeten omgaan met de doelgroep. Dat maakt dat je het haalt.

Tegelijkertijd moeten we blijven inspelen op de veranderingen op de arbeidsmarkt. En die zullen er zeker komen. De werkvloer zal er in de nabije toekomst helemaal anders uitzien. Dat merken we nu al aan de soorten contracten die hun intrede maken.

Daarin willen we werkgevers ondersteunen. We doen dat eigenlijk al jaren, dus die expertise helpt werkgevers te evolueren naar inclusiviteit.”

Positieve reacties

“Hoe de reacties waren na de heroriëntering? Sommigen vonden het heel moeilijk en vertrokken. Anderen hebben ingezien dat we moesten evolueren.

Vroeger hadden we honderd ondernemingen met elk hun eigen aanpak. Soms waren ze zelfs concurrenten van elkaar. Sinds vorig jaar volgen we dezelfde lijn. De meeste van onze leden hebben veel ervaring - sommigen zelfs al twintig jaar - in het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt van verschillende doelgroepen. De rode draad is hetzelfde, maar elk lid behoudt wel zijn eigenheid.

Nieuw is dat we met een zelfde subnaam naar buiten komen, om aan de buitenwereld te tonen wat we precies doen en dat we een sector zijn met een eigen expertise. Dat vertelden we vroeger veel te weinig. Mensen snappen nu beter wat we doen. Al heeft dat wel even geduurd, maar na een jaar beginnen we de resultaten te zien.”