Spreken is zilver, luisteren is goud. (Zwijgen is out.)
Zorg dragen voor het relationeel weefsel op de werkvloer: over de kracht en het belang van de improvisatiemodus in menselijke interacties.
Nathalie Van Renterghem is docent en speler bij improvisatietheaterhuis TIM/Inspinazie en werkt als procesbegeleider en sociaal bemiddelaar op freelance basis.
De laatste twintig jaar is er een beloftevolle beweging aan de gang in bedrijven. Het zou niet meer alleen om de winst gaan; waardegedrevenheid werd het uitgangspunt. People, Profit, Planet. Intrinsieke motivatie. Persoonlijk leiderschap. Stakeholdermanagement. Coffee Corner Feedback. Pingpongtafels. Fruitmanden.
Aan concepten en randvoorwaarden voor maatschappelijk verantwoord ondernemen geen gebrek. Toch horen en zien we overal managers zuchten en oogrollen.
- “We hebben samen met alle medewerkers de waarden bepaald, maar ze in de praktijk krijgen, is andere koek.”
- “De teams zíjn nu zelfsturend. We géven hun autonomie, maar ze pàkken het niet!”
- “Dan doe je aan participatieve werkvormen, en dan zwijgt iedereen!”
Ondertussen belandden we in een burn-out epidemie, en ontploft de ene na de andere situatie in verband met grensoverschrijdend gedrag. Dat zijn complexe zaken die niet te reduceren zijn tot één oorzaak en oplossing. Maar vele kleintjes maken één groot en ik wil er graag een aspect uitlichten. Dat van spontaan en oprecht spreken en luisteren, en hoe je daarmee zorgt voor het relationele weefsel.
Verantwoord maatschappelijk
Maatschappelijk verantwoord. Met de nadruk op wat buiten de organisatie ligt. Misschien zijn we daardoor de aandacht verloren op wat er binnen de organisatie plaatsvindt. Op wat er tussen en in de mensen gebeurt. Op het relationele weefsel. Als dat niet gebeurt, zien we de paradox ontstaan waarbij organisaties hetgeen waarvoor ze instaan niet toepassen op zichzelf.
Mensen in zorgorganisaties zorgen te weinig voor elkaar en voor zichzelf. Leerkrachten zijn niet de beste kennisdelers onder collega’s en staan niet altijd te springen voor een bijscholing. In teams van psychologen of procesbegeleiders circuleren soms goedgevulde gifbekers.
We moeten de term daarom ook omkeren: verantwoord maatschappelijk. Met aandacht voor draagkracht en grenzen. Dat vraagt aandacht naar binnen. Voor wat we denken en voor wat we voelen en wat we willen. Dat vraagt ook dat we daarover spreken en dat beluisteren bij elkaar. En daar wringt het schoentje.
Want emoties zijn niet professioneel.
“We zijn geen therapiegroep.”
“Er is daar geen tijd voor.”
Zoiets kan ik met oprechte verbazing aanschouwen. Dat het logisch is om een hele rits aan vergaderingen te houden over een ganse batterij aan protocollen en processen. Als de computer hapert, wordt de IT-support opgebeld. Maar als er iets aan de samenwerking schort, wordt er geen direct gesprek geopend.
Men lijkt altijd maar te wachten op een manager, een instantie, een systeem... iets dat, of iemand die, de toelating of de opdracht zal geven om iets op tafel te leggen. Liefst nog met voorgekauwde bewoordingen. Voorgeschreven.
“Dat is toch niet aan mij” en “Wat moet ik daar dan op zeggen?” zijn twee van de meest uitgesproken weerstanden als het gaat om noodzakelijke gesprekken aangaan. Symptomen van aangeleerde hulpeloosheid en een doorgeslagen behoefte aan voorzienigheid, aan voorgeschreven situaties.
De kracht van improviserend interageren
Na dertig jaar actief te zijn als improvisant, door zelf te spelen en anderen te trainen in de improvisatiekunst, op en naast de scène, ben ik steeds meer overtuigd van het volgende: we zijn doorgeslagen in voorzienigheid en planmatigheid op microniveau. Om doelen te bereiken zijn strategieën en plannen absoluut nodig . Zeker als we maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, moeten we kunnen uitzoomen en (ver) vooruitkijken, vooruitzien. Maar evengoed moeten we in staat zijn om snel en daadkrachtig bij te sturen, zeker op microniveau, in de dagelijkse interacties tussen mensen.
Het is een hele verrijking om beter te kunnen omgaan met en ingaan op het onvoorziene. Onvoorzien is in het Latijn im-pro-visuu. Improviserend in interactie zijn vraagt een sterke presentie, een volle aanwezigheid. Een hoofd dat verbonden is met een lijf dat zonder restricties mag doen wat het zo goed kan: waarnemen. De eerste plek waar we dat tegenhouden, is in de interactie tussen ons en de ander. Het is dan ook de eerste plek waar je dat weer kan installeren. Ik zeg “weer”, aangezien jonge kinderen hier meesters in zijn: responsief interageren.
Personages in het theater ervaren we als geloofwaardig wanneer een acteur goed “in sync” is met het motief en de intentie van dat personage. De acteur heeft zich daar wekenlang in kunnen verdiepen. In improvisatietheater moet je dat als improvisant onmiddellijk te pakken krijgen. Dien je snel te kunnen “invoelen” wat er gebeurt, wat dat met je doet en daar een respons op te geven. Dat is hetzelfde met onverwachte uitspraken in een gesprek. Veel mensen denken dat ze dat niet kunnen, omdat ze op zo’n moment interactiestress ervaren: ze blokkeren, gaan in defensie, ontwijken... Gekend als het freeze, fight or flight gegeven.
Improvisatietraining leert je net die interactiestress opzij te zetten. Als je in de improvisatiemodus gaat, en de strategiemodus even uitschakelt, is er ruimte voor spontaniteit. Spontaniteit is niet hetzelfde als losgeslagen impulsiviteit, waar improviseren vaak mee verward wordt. Spontaniteit gaat over directheid en echtheid. Daar hoef je geen etmalen lang over te malen. Je kan vaak binnen het tijdsbestek van enkele seconden grondig waarnemen, bewust connecteren met jezelf en vervolgens een oprechte en heldere respons geven.
Mindfulness op de werkvloer
Improviserend interageren spreekt heel wat kwaliteiten aan: je verantwoordelijkheid en autonomie, je sensitiviteit, je verbeelding, je capaciteit om te verbinden met jezelf, de ander en het geheel. Het is mindfulness in interactie. Zorg dragen voor het relationele weefsel. Mensen kunnen dit. In de informele omgang, tijdens de lunch of in de wandelgangen bijvoorbeeld. Wat als we zo zouden spreken met elkaar tijdens vergaderingen? Wat als de humane interactie formele en toegewijde tijd en ruimte krijgt?
Daarvoor is het nodig dat vergaderingen niet overladen zijn met pure informatie-overdracht of taakbesprekingen. De variapunten moeten naar voor getrokken worden of aparte momenten krijgen. We moeten ons geregeld samen buigen over de machinerie van onze samenwerking door open en vrijuit aan elkaar te tonen waar de mankementen, de slijtages of de grote inslagen zitten, en dan samen reparaties uitvoeren.
Daarvoor moeten we spreken en luisteren met elkaar. Helder spreken en nieuwsgierig luisteren. Zonder oordeel en aannames, en zonder te weten wat zal verschijnen en hoe het zich gaat ontrollen. Wel met de bereidheid om “erbij” te blijven.
Vraagt dit jarenlange training? Dat hangt ervan af, want het is eerder een afkickkwestie. Als je belast bent met diep ingesleten angst- en afhankelijkheidspatronen kan het een hoop training (en soms therapie) nodig hebben. Anderzijds zie ik ook vaak hoe spontaan interageren vooral iets is wat ondergesneeuwd is en gewoon eens terug goed aangewakkerd moet worden. Het is vaak indrukwekkend wat slechts enkele sessies improvisatietraining met iemand kunnen doen.
Waarnemen, verbinden, gaan
Deze manier van interageren, van voortdurend beïnvloeden en beïnvloed worden, is weergegeven in de improvisatiecyclus, die Ingrid Deprez en ik door de jaren heen uitkristalliseerden tijdens onze trainingen Living Impro (improvisatiewijsheid in leven en werk).
Improviseren, in tegenstelling tot strategieën uitvoeren, nodigt je uit om in en op de relatielijnen te bewegen, en zo dat weefsel te versterken. Dat is de manier waarop een team een synergie ontwikkelt waarin de som meer is dan de delen. Er zijn alle individuen, met hun talenten en competenties, taken en verantwoordelijkheden, EN daarbij al hun verbindingen die bijdragen aan de effectiviteit.
Als die verbindingen geen deel uitmaken van “de job”, dan ontstaat er veel interactiestress, spanning, ruis, veronderstellingen, misverstanden, (zelf)oordelen, die allemaal veel energie wegzuigen van het werk. En van de menselijkheid.
Op werkvloeren waar voelen en willen evenveel waarde krijgen als denken en doen, ontstaat bovendien veel meer ruimte voor verbeelding en innovatie. Improvisanten staan bekend om hun cocreatieve krachten.
De uiteindelijke kunst is om beide modi te omarmen; de improvisatiemodus en de strategische modus, en vlot te kunnen schakelen tussen beide.
Dit is een oproep om eindelijk meer aandacht te geven aan de improvisatie modus: een ode aan de onvoorzienigheid!
Improviseren: communiceren zonder voorschrift
Meer hierover kan je lezen in het boek Improviseren: communiceren zonder voorschrift
Uitgegeven door Pelckmans en beschikbaar vanaf 22 april
Bestellen: https://www.pelckmansuitgevers.be/improviseren.html
Boek- en theatervoorstelling:
Donderdagnamiddag 2 mei Fakkeltheater Antwerpen
Vrijdagavond 7 juni Wagehuys Leuven