Europese zonne- en windenergie breekt alle records
2023 was een recordjaar voor groene stroom in de Europese Unie, met een stijging van 23% ten opzichte van 2022. Zonne- en windenergie samen waren goed voor 27% van de Europese stroomproductie. Waterkracht leverde nog eens 17%. De snelle opmars van hernieuwbare energie gaat gepaard met een nooit eerder geziene daling van gas- en steenkoolverbruik.
Die cijfers brengt Ember, een onafhankelijk studiecentrum gespecialiseerd in energie en klimaat, in een rapport over 2023. Een mooie conclusie: de uitstoot van de energiesector daalde met bijna 20% in vergelijking met het voorgaande jaar.
Monumentale shift
Het steenkoolverbruik daalde met 26% en stond daarmee in voor 12% van de Europese stroomproductie. Ook het gasverbruik lag 15% lager dan in 2022, goed voor nog eens 17% van de stroomproductie. Windenergie leverde voor het eerst meer elektriciteit dan gas met een aandeel van 17,5% in de productiemix.
“De energiesector in de EU bevindt zich midden in een monumentale shift”, zegt Sarah Brown, Europees programmadirecteur bij Ember. “Fossiele brandstoffen spelen een kleinere rol dan ooit nu een systeem met wind- en zonne-energie als ruggengraat in zicht komt. De energiecrisis en de Russische inval in Oekraïne hebben niet geleid tot een heropleving van steenkool en gas – verre van zelfs. Steenkool is bijna uitgefaseerd en naarmate wind en zon groeien, zal gas de volgende zijn die in verval raakt. Het is echter nog niet aan de orde om tevreden achterover te leunen. De EU moet zich richten op een snelle inzet van zonne- en windenergie en flexibiliteit om een systeem zonder fossiele brandstoffen te creëren.”
Hoe doet België het?
België (1 tCO2) had op Zweden (0,7 tCO2) en Frankrijk (0,4 tCO2) na de laagste CO2-uitstoot per inwoner in 2023. Dat komt door het lage aandeel van fossiele bronnen tegenover het hoge aandeel van koolstofarme bronnen zoals kernenergie, waterkracht, windenergie en zonne-energie.
Het aandeel windenergie in de Belgische elektriciteitsproductie nam toe met 5,6%. Daarmee is België de derde sterkste groeier, na Nederland (6,2%) en Duitsland (5,9%). Dat brengt het totale aandeel Belgische windenergie in 2023 op 18,5%, net iets beter dan het EU-gemiddelde van 17,6%. Op vlak van windenergie is Denemarken de absolute koploper, met een aandeel van 57,7% van de stroomproductie.
Het Belgische aandeel zonne-energie steeg met 2% ten opzichte van 2022, naar een totaal van 9,32%. Dat is op het nippertje beter dan het EU-gemiddelde van 9,14%. Griekenland neemt de koppositie in met een aandeel van 18,83% zonne-energie in de stroomproductie.