Interviews met start-ups die maatschappelijke meerwaarde verkiezen boven winst

Charlie, een online magazine, brengt een reeks interviews onder de noemer Start Me Up.

Ze laten mensen aan het woord die een idee hadden om de wereld te verbeteren en er een bedrijfje van maakten. Een met maatschappelijke meerwaarde. Wij vatten samen wat hen drijft.

CitizenLab: maak je stad

Hoe zou de stad eruitzien als burgers die op een eenvoudige en leuke manier konden co-creëren? Wietse van Ransbeeck en Aline Muylaert bedachten een tool die dat mogelijk maakt. Als studentondernemers ontwikkelden ze het platform CitizenLab, dat de collectieve intelligentie in je stad wil ontgrendelen.

Charlie: Hoe werkt CitizenLab precies?

Aline Muylaert: “Steden bevragen hun burgers vooral over heel tastbare zaken: denk aan mobiliteit, of de inrichting van jouw wijk of straat… De stad plaatst informatie rond het project en vaak al een paar ideeën op het platform, zodat burgers weten waar het over gaat. Via nieuwsbrieven houden we deelnemers op de hoogte van het proces. Het is meer dan je idee achterlaten: je kunt reageren op elkaar en zien wat er met de ideeën gedaan wordt. Als er resultaten uit de bus komen, zijn doe overigens niet bindend, maar steden zouden niet meedoen als ze de input niet serieus namen.”

Wonky: Voedselverspilling bij de wortel aanpakken

Stel je eens voor: bijna de helft van elke banaan, van elke komkommer, belandt in de vuilnisbak. Helena besloot er iets aan te doen en begon Wonky, een onderneming die ‘wonky’ groeten en fruit omzet in spreads en andere eetbare producten.

Charlie: Waarom worden overschotten niet standaard gerecupereerd?

Helena: “Producenten willen graag dat bruikbare overschotten een goede bestemming krijgen, maar voor menselijke consumptie moeten ze aan allerlei voorwaarden voldoen. Vaak is het dus makkelijker en goedkoper om het weg te gooien of de overschotten aan vee te geven.

Ik betaal de producenten voor hun reststromen. Zo loont het voor hen om de overschotten te verpakken en gekoeld te bewaren. Door te betalen kan onze kijk bovendien veranderen: de reststoffen zijn geen ‘afval’, maar een bruikbaar, waardevol product dat we niet moeten weggooien.”

Le Wagon: “Programmeren is het nieuwe Engels”

Le Wagon Brussel leert startende ondernemers om te programmeren in bootcamps van 9 weken. Daarnaast is Le Wagon een hub voor iedereen die geïnteresseerd is in technologie en ondernemen.

Chauffeurs van Le Wagon Brussel zijn Anne Collet en Charlotte Deprez. Anne bracht het oorspronkelijk Franse initiatief in 2014 naar Brussel, vervolgens naar Amsterdam en binnenkort ook naar Luxemburg. Charlotte pitchte zichzelf uit enthousiasme bij Le Wagon en houdt zich er nu bezig met de communicatie.

Charlie: Waarom vinden jullie het belangrijk dat programmeren op een laagdrempelige manier toegankelijk wordt gemaakt?

Charlotte: “Programmeren is het nieuwe Engels. Iedereen, inclusief mijn moeder, zou een basiskennis programmeren moeten hebben. De meeste technologie is geen rocket science. Dat besef willen we zoveel mogelijk doen groeien.”

Anne: “We zijn omringd door ‘slimme’ objecten en dat zal alleen maar toenemen. Je frigo zal slim zijn. Je auto is het al. Ik wil dat mensen begrijpen hoe die producten gemaakt worden en hoe ze die kunnen hacken.

Ik wil dat we meer zijn dan passieve consumenten die afhankelijk zijn van grote bedrijven. Dat straks je frigo niet alleen automatisch een boodschappenlijstje samenstelt, maar dat je ook weet hoe je die frigo een liedje kunt laten spelen als je de deur opendoet.

Ik merk vaak dat er nogal wat angst is naar technologie, dat het allemaal te ingewikkeld lijkt. Die angst wil ik graag wegnemen. Iedereen kan leren programmeren en met wat basiskennis kun je al heel veel.”