Er is al veel geëvolueerd, maar we zijn er nog lang niet

Lieve Verboven is directeur van het kantoor van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in Brussel. Ze schetst een duidelijk beeld van de uitdagingen in het arbeidsveld en legt uit hoe de IAO ongelijkheid en onrechtvaardigheid aanpakt.

“Wij zijn een verbindingskantoor tussen de hoofdzetel in Genève en onze partners in België, Nederland en Luxemburg, namelijk de overheden, vakbonden en werkgeversorganisaties. Dat zijn de drie entiteiten die beslissingen nemen binnen de IAO. Daarnaast werken we samen met Europese Instellingen zoals de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad en het Europees Sociaal en Economisch Comité. Ons kantoor verleent informatie, gaat in op vragen, co-organiseert events met werkgevers, werknemers en overheden. Maar de organisatie IAO zelf werkt globaal. We hebben veel kantoren op het terrein in verschillende landen, van Suva en Jakarta tot Abidjan, Dakar en Peru.”

“Er zijn drie belangrijke pijlers binnen de IAO. Ten eerste hebben we een normatieve agenda, waarbij internationale verdragen worden onderhandeld en afgesproken. Er zijn 190 zulke verdragen in totaal. Als die verdragen door de lidstaten geratificeerd zijn, is er ook supervisie. Op geregelde tijdstippen worden de landen gevraagd om rapporten uit te brengen. Werkgevers en werknemers kunnen daar commentaar op geven en overheden krijgen op hun beurt de kans om op die commentaar aanvullende informatie te geven. Als er grovere schendingen zijn, bekijkt een onafhankelijk comité van werkgevers, werknemers en overheden wat de klachten zijn. Het is meer een systeem van naming and shaming door peers, maar ook van dialoog en samenwerking. De IAO legt geen sancties op.”

Advies en samenwerking

Een tweede pijler is de uitvoering van die verdragen door technische ondersteuning en advies bij het opstellen van nationale wetgeving. Zo namen wij recent deel aan een zitting rond mensenhandel in het Belgisch parlement. We bespraken er de internationale dimensie van dwangarbeid, en onze cijfers en bevindingen. We hebben ook een studie gedaan over zowel de Belgische als de Nederlandse wetgeving en goede praktijken op het vlak van toegang tot bescherming en rechtsmiddelen voor slachtoffers van mensenhandel.”

De derde pijler is projectsamenwerking. Zo hebben we het project ‘Better Work’ lopen. Better Work werkt met fabrieken in de textielsector om te zorgen dat zij op het vlak van alle kernverdragen van de IAO vooruitgang boeken, zowel qua veiligheid en gezondheid op het werk als sociale dialoog, syndicale vrijheid, niet-discriminatie, geen kinderarbeid of dwangarbeid.”

Helpdesk voor bedrijven en ondernemers

“We hebben een aantal hulpmiddelen voor ondernemingen die vragen hebben rond de internationale arbeidsnormen. Ten eerste is er een helpdesk waar ondernemingen al hun vragen kunnen stellen en waar zij een vertrouwelijk antwoord krijgen. Daar komen vaak vragen binnen rond veiligheid en gezondheid op het werk, kinderarbeid, dwangarbeid en arbeidsmigratie. We hebben ook een selfassesment tool waarmee bedrijven hun beleid en procedures kunnen aftoetsen, organiseren trainingen voor ondernemingen en lanceerden een ‘Forced Labour Observatory’. Dat is een database per land waarin je de wetgeving, samenwerkingen, het nationaal actieplan en rapporten van de IAO met cijfers en bronnen kan vinden.”

“Bedrijven die een melding willen maken of overtredingen willen aankaarten, moeten aankloppen bij de nationale instanties. Voor België is dat de dienst Arbeidsinspectie. De IAO heeft geen mandaat om inspecteurs te sturen of het probleem op te lossen, maar we informeren bedrijven over de stappen die ze kunnen zetten.”

100 jaar strijd tegen ongelijkheid

“De ILO bestaat al sinds 1919, dat is meer dan 100 jaar. Naar aanleiding van ons honderdjarig bestaan hebben wij de verschillende evoluties onder de loep genomen, van digitale omwenteling tot klimaat, demografische ontwikkeling, artificiële intelligentie en platformwerk.

Er is al veel geëvolueerd, maar we zijn er nog lang niet. Zo is er nog steeds een hardnekkige gender pay gap, zowel qua loon, maar ook wat betreft sociale zekerheid en pensioen. Uit ons onderzoek blijkt dat vrouwen vaker in sectoren zitten die onderbetaald en ondergewaardeerd zijn. We hebben ook initiatieven die de kloof dichten, zoals het Equal Pay International Coalition, en er is intussen een politiek akkoord tussen de EU-instellingen rond een richtlijn voor meer loontransparantie. Een laatste factor die bijdraagt tot minder genderdispariteit, is het creëren van een veilige werkomgeving, in de zin van geen pesterijen of (seksuele) intimidatie. Dat verdrag werd in 2019 gestemd, het is nu aan de landen om dat te ratificeren.”

De impact van COVID-19

“Door de rijkdom aan statistisch materiaal konden we ook schattingen doen over de impact van COVID-19 op werkvlak. Dan zien we dat de meest kwetsbaren onder de werknemers het snelst getroffen worden. In België werd dit opgevangen door de sociale zekerheid, met ondermeer de activering van het systeem van tijdelijke economische werkloosheid door overmacht, zodat de jobs en de ondernemingen gespaard bleven, in Duitsland deden ze dat met ‘Kurzarbeit’ of werktijdverkorting. Binnen de EU was er zelfs een fonds (SURE) dat landen toeliet om middelen aan te vragen om dat te kunnen doen.

Een tweede vaststelling is dat de pandemie de ongelijkheden die er al waren, nog vergroot heeft. In Noord- en Zuid-Amerika zien we dat de werkgelegenheid oppikt en er is zelfs een groei ten opzichte van voor de coronacrisis. Maar in Europa zitten we nog onder het cijfer van voor de pandemie. Een duurzaam herstel van de werkgelegenheid vraagt om beleidsondersteunende maatregelen,  die steunen op sociale dialoog, zodat ze doeltreffend zijn en er draagvlak is voor de maatregelen.”