Een vliegtuig stijgt op

Brussels Airport verkent de voordelen van 700 trage laadpalen

Interparking installeert in totaal 700 nieuwe laadpalen voor elektrische voertuigen op verschillende plaatsen in de luchthaven. Reizigers kunnen daar zelfs gedurende meerdere dagen hun wagen laten opladen.

De luchthaven van Zaventem beschikt over maar liefst 13 000 parkeerplaatsen. Tot voor kort waren daar 50 laadpalen te vinden. Brussels Airport breidt dat aantal nu uit met 500 nieuwe, publieke laadpalen, in samenwerking met uitbater Interparking. Daarnaast komen er nog 200 laadpalen specifiek voor voertuigen van de luchthaven zelf. Dat kadert in het plan van Brussels Airport om tegen 2025 alle eigen voertuigen te elektrificeren.

"Elektrische mobiliteit maakt integraal deel uit van de duurzaamheidsstrategie van Brussels Airport", legt Arnaud Feist, CEO van Brussels Airport, uit. "Het vervoer van onze passagiers op het tarmac gebeurt al volledig elektrisch en we zijn ons hele bedrijfswagenpark aan het elektrificeren. Ook algemeen gezien groeit het aantal elektrische auto's, waardoor de behoefte aan laadpunten toeneemt. De nodige infrastructuur voorzien voor onze passagiers en medewerkers is dan ook een prioriteit. Dankzij onze partner Interparking kunnen passagiers hun wagen opladen in onze parkings terwijl ze op vakantie zijn."

Liever traag

De publieke laadpalen komen op de P1 en P3 parkings aan de hoofdingang van de luchthaven. Sinds begin maart worden ze geleidelijk aan geactiveerd. Elektrische rijders kunnen de laadpalen gebruiken met eender welke laadpas, maar wie de Pcard+ van Interparking gebruikt, hoeft geen activeringskosten te betalen. De parkeerplaatsen met een laadpunt kosten verder niets extra, ook niet nadat de wagen volledig is opgeladen.

Dat laatste is een belangrijk punt, want wie parkeert op de luchthaven doet dat vaak voor meerdere dagen. Daarom koos Interparking voor langzame laadpunten die geoptimaliseerd zijn voor lange parkeerbeurten. Reizigers kunnen dus gerust hun wagens ingeplugd laten gedurende de hele reis en terugkeren naar een volledig opgeladen en mogelijk zelfs voorverwarmde of -gekoelde wagen. Dat betekent ook dat Interparking voor dezelfde investering veel meer mensen kan bedienen, want trage laadpalen zijn natuurlijk goedkoper dan snelladers. Als het gaat over het uitbouwen van publieke laadinfrastructuur ligt de focus vaak op de allersnelste mogelijkheden. Maar evengoed zijn er veel plaatsen waar mensen lang genoeg parkeren, zodat véél trage laders interessanter zijn dan enkele snelle.

Bidirectioneel potentieel

Scherpe internauten merkten meteen op dat zo’n geëlektrificeerde luchthavenparking nog wel wat interessante mogelijkheden biedt, als we eenmaal met vehicle-to-grid (V2G) aan de slag gaan. Dan dienen laadpalen niet enkel om auto’s op te laden, maar ook om stroom terug te leveren als er veel vraag is op het net. Op die manier is een luchthaven met 500 V2G laadpunten gelijk een behoorlijk krachtige batterij, laat staan als alle 13 000 parkeerplaatsen een bidirectionele lader krijgen.

En wie kan er met veel elektriciteit wel wat aanvangen in de (hopelijk nabije) toekomst? Luchthavens.

Zover zijn we natuurlijk nog niet. Om te beginnen is V2G nog lang niet standaard voor elektrische wagens. Marktleider Tesla kijkt nog steeds die specifieke kat uit de boom en ook andere grote spelers zoals Renault en Polestar zijn er nog niet helemaal mee weg. Aan de kant van de afnemer ligt er evengoed nog werk op de plank. Om V2G toe te passen, moet een netbeheerder kunnen communiceren met duizenden en op termijn zelfs miljoenen individuele wagens. Daarvoor is onder meer standaardisering essentieel. Gelukkig zijn er mensen zoals Willett Kempton, professor aan de Universiteit van Delaware, die samen met zijn team SAE J3068 ontwikkelde. Begin dit jaar adopteerde SAE International, een belangrijke normeringsorganisatie, die standaard.

Het mag duidelijk zijn dat het een complex onderwerp is. Wie het graag in meer detail uitpluist, kunnen we dit artikel van Canary Media wel aanraden.