Land-, tuin- en bosbouw, visserij

Land- en tuinbouw

Vlaanderen telde in 2013 bijna 25.000 land- en tuinbouwbedrijven die samen een productiewaarde van 5,8 miljard euro realiseerden. Veeteelt is veruit de belangrijkste tak, gevolgd door akkerbouw en tuinbouw.

Het aantal biologische producenten groeide in de periode 2008-2013 met gemiddeld 6,5% tot 319. Dat terwijl het aantal landbouwbedrijven daalt met bijna 4% per jaar. De resterende bedrijven worden steeds groter.

Meer dan 90% van de landbouwproductie is bestemd voor de Europese markt en voedingsindustrie. Daarvan gaat het grootste aandeel naar Centraal- en West-Europa (België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Verenigd Koninkrijk). De Vlaamse landbouwproductie vindt met andere woorden zijn weg naar 300 miljoen consumenten in een straal van 500 kilometer.

De land- en tuinbouw vormt een belangrijke schakel in de voedingsketen. Het zgn. agrobusinesscomplex of ABC (agrarische toelevering zoals machines, tussenhandel, verzamelende handel zoals veilingen, de voedingsindustrie en de groothandel) voedt bijna letterlijk de vervolgschakels retail en catering op weg naar de consument.

Visserij

Eind 2013 telde de Belgische commerciële visserij 80 vaartuigen; 3 minder dan het jaar ervoor.

De totale visaanvoer steeg met 4% tot bijna 23.000 ton. De aanvoerwaarde daalde dan weer met 4% tot 73,1 miljoen euro. Tongvangst is goed voor ongeveer 35% van deze waarde.

Deze aanvoer valt ruimschoots binnen het visquotum van meer dan 32.000 ton dat België in 2013 ter beschikking had.

Bosbouw

Cijfers opgevraagd bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.

(Duurzaamheids)uitdagingen

De Vlaamse land- en tuinbouw is een exportgerichte sector die sterk afhangt van wat in Europa en de wereld gebeurt. De gestegen vraag naar grondstoffen, de volatiele prijsvorming op de markt en de afbouw van de bescherming binnen het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid zorgen voor extra druk.

Daarnaast komt de sector ook onder druk te staan door de evolutie van de natuurlijke elementen waarmee de sector mee verbonden is en wordt: de opwarming van het klimaat, de grond(kwaliteit), schone lucht en beschikbaarheid van water.

Ook de verwachtingen van de consument veranderen; zeker deze van het ‘hogere segment’ waarin de Europese consument zich situeert. Er wordt in dat kader wel eens verwezen  naar het LATTE-concept (Local, Authentic, Trustworhy, Traceable, Ethic); elementen die samen met gebruiksgemak dat ‘hogere segment’ kenmerken.

Diezelfde consument heeft bovendien steeds meer aandacht voor:

  • gezonde producten (allergieën, meststoffen, al of niet kankerverwekkende reststoffen,…);
  • dierenwelzijn;
  • voedselverspilling;
  •  …

Links

Gerelateerde inhoud

Content type