Een Sustatool op maat van de cultuur-, jeugd- en mediasector
Pulse Transitienetwerk beantwoordde in de zomer van 2018 een subsidieoproep van de Vlaamse overheid rond de Sustatool. Hun voorstel? Een MVO-starterspakket creëren voor de cultuur-, jeugd- en mediasector met de Sustatool als basis. Dat idee viel in goede aarde.
Nu het einde van het traject in zicht is, zijn wij natuurlijk benieuwd naar de ervaringen en de lessen die werden getrokken.
De Vlaamse overheid lanceerde de Sustatool in het voorjaar van 2019. Enkele maanden ervoor al had ze via een subsidieoproep intermediairen zoals sectororganisaties, beroepsfederaties, bedrijvennetwerken, lokale en regionale overheden,… naar ideeën gevraagd om individuele organisaties te ondersteunen bij het gebruik van de Sustatool. Het doel? MVO structureel integreren in de werking.
Dertien voorstellen kregen een positieve beoordeling waaronder het voorstel van Pulse Transitienetwerk dat een MVO-starterspakket voor de cultuur-, jeugd- en mediasector wilde creëren met de Sustatool als vertrekpunt.
Pulse en Cultuurzaam.be
Pulse gelooft dat cultuur een motor kan zijn voor de transitie naar een sociaal- rechtvaardige en duurzame samenleving.
Het netwerk verbindt een duizendtal organisaties en individuen uit de cultuur-, jeugd- en mediasector die experimenteren met duurzame alternatieven voor het huidige samenlevingsmodel.
Uit dat netwerk komen veel vragen over duurzaamheid die Pulse probeert te beantwoorden; bijvoorbeeld door te connecteren met experten uit het netwerk of te verwijzen naar een instrument dat opgenomen is op Cultuurzaam.be.
Die website verzamelt CO2-calculators, eco-checklists voor gebouwen of kunstpraktijken, een bankwijzer, een afvalchecklist,… De betrokken sectoren vinden er ook richtlijnen, tips en advies voor gedragsverandering en duurzame keuzes.
De Sustatool leek een structureel, meer omvattend (holistisch) antwoord te bieden op de belangrijkste vraagstukken: hoe verduurzaam ik mijn organisatie, waar begin ik en hoe zie ik door het bos nog de bomen? Maar er was wel een doorgedreven vertaling en herwerking nodig naar de ‘Pulse-sectoren’. De subsidieoproep kwam dus als geroepen.
Het traject
Pulse liet de begeleiding van het traject naar het MVO-starterspakket (lees: een aan de betrokken sectoren aangepaste Sustatool) over aan Route 2030; een bureau dat staat voor strategisch duurzaamheidsadvies en creatief verandermanagement. We voerden een Skype-gesprek met Sara Vermeulen, sustainability coach bij Route 2030.
Sara, kan je eerst in algemene lijnen het verloop van het traject schetsen?
“We kunnen eigenlijk spreken van vijf grote stappen en een lancering.
Tijdens stap 1 hebben we de Sustatool als geheel onder de loep genomen.
We vormden een werkgroep met de Steunpunten uit het Pulsenetwerk van de betrokken deelsectoren:
- Kunstenpunt (het Steunpunt voor de kunstsector)
- Faro (het Vlaams Steunpunt voor het cultureel erfgoed)
- Socius (het Steunpunt voor Sociaal-cultureel werk in Vlaanderen en Brussel)
- het Vlaams Audiovisueel Fonds (het fonds voor de Vlaamse professionele audiovisuele sector)
- en FOS Open Scouting (de koepel van de FOS Open Scouting afdelingen en vertegenwoordiger voor de jeugdsector).
We bekeken samen hoe de Sustatool alles verwoordde, welke thema’s aan bod kwamen, hoe het Sustatoolproces verliep en hoe we het in deze fase al konden (en moesten) aanpassen.
In stap 2 zijn diezelfde Steunpunten intern aan de slag gegaan met de herwerkte Sustatool. Ze hebben hem getest; vooral om na te gaan of hij zou kunnen werken in hun sector.
In stap 3 hebben we er instrumenten aan toegevoegd die voor de betrokken sectoren al ontwikkeld waren. Die haalden we bij Cultuurzaam.be. We hebben hierbij sterk actiegericht gewerkt.
Stap 4 betekende de vuurdoop van het traject. De herwerkte, aangevulde Sustatool werd grondig getest door zes ‘pilootorganisaties’:
- Cohort (kunstensector)
- Menapiers (afdeling van jeugdbeweging FOS Open Scouting)
- Natuurpunt CVN (sociaal-culturele sector)
- MOOOV (audiovisuele sector)
- AMSAB (cultureel erfgoed)
- Cultuurconnect (erfgoed en bovenbouw)
In stap 5 hebben we tot slot hun suggesties en bemerkingen verwerkt zodat we nu beschikken over een Sustatool op maat van de cultuur-, jeugd- en mediasector. Die Sustatoolversie zal in het najaar formeel gelanceerd worden waarna de diverse Steunpunten er vormingen rond zullen organiseren.”
Doorheen alle stappen klinkt het ‘aanpassen, aanpassen, aanpassen’. Waar liepen jullie zoal tegenaan?
“Laat me duidelijk zijn: de Sustatool is op zo’n manier ontwikkeld dat er zoveel mogelijk organisaties mee aan de slag kunnen gaan. Dat is een geweldig voordeel. Maar de keerzijde daarvan is dat je hem moet vertalen, interpreteren naar je eigen sector toe.
In dit traject betekende dat een flinke uitdaging. Al in de eerste stap bleek het water behoorlijk diep tussen de doorsnee Vlaamse kmo en de sectoren die in dit traject betrokken waren. Er was het jargon en de ‘tone of voice’. Té ‘managerial’ klonk het. Productiemateriaal, supply chain, lean,… allemaal termen die niets zegden. In deze sectoren praten ze over aanbod, creaties, activiteiten, programma’s, tentoonstellingen,…
En dan was er het Sustatool-proces; de weg van een collectief te bepalen missie en visie over doelstellingen naar acties en kpi’s (kritische prestatie-indicatoren). Ook dat kon op niet bijzonder veel bijval rekenen als je weet dat we praten over organisaties van vaak maar één of twee personen groot maar ook over de VRT en de AB, over amateurtoneelgroepen en de lokale harmonie.”
Er waren dus ook grote verschillen tussen de betrokken deelsectoren onderling?
“Niet enkel tussen maar ook binnen deelsectoren. Neem bijvoorbeeld de kunstensector waar je zowel kleine amateurtoneelgroepen hebt als grote, professionele gezelschappen. Zij hebben gewoon andere uitdagingen.
En elke deelsector vult duurzaamheid anders in.
Voor de erfgoedsector betekent duurzaamheid bijvoorbeeld dat de cultuur ‘geborgen’ is, veiliggesteld, en zo tentoongesteld kan worden.
Voor de audiovisuele media betekent het dan weer dat ze een breed publiek kunnen informeren over wat er werkelijk gaande is in de wereld. Kijk maar naar de films die MOOOV distribueert of programmeert tijdens zijn festival tegenover de Amerikaanse blockbusters in het populaire circuit.”
Was er dan geen risico op afhaken?
“Daar leken we in het begin op af te stevenen. Tot het bij de pilootorganisaties begon te dagen wat MVO werkelijk inhoudt; ‘people, planet, prosperity’ weet je wel.
Ik heb gemerkt dat duurzaamheid in deze sectoren vaak voornamelijk met ‘milieu’ wordt geassocieerd. Eens men begreep – en daarin speelde de ‘holistische’ aanpak van de Sustatool een belangrijke rol – dat de ‘people-component’ evenwaardig is, veranderde de sfeer en keken ze ervan op dat ze al best veel deden. Dat inzicht werkte zeer motiverend.
Het duurzame – en dan vooral de ‘people dimensie’– zit immers vaak al in de missie, visie, waarden van deze organisaties. Vele stemmen bijvoorbeeld ‘automatisch’ hun aanbod af op kinderen, anderstaligen, mensen met fysieke of psychologische beperkingen . Voor hen is dat ‘key’.
Hoeveel begeleiding vergt het om de Sustatool in een sector of organisatie binnen te brengen?
“Het is in elk geval zo dat er altijd een ‘vertaling’ moet gebeuren naar de eigen omgeving. Wat kan MVO voor mij betekenen? Focus zoeken is daarbij belangrijk want zeker na de scan, die deel uitmaakt van het Sustatool-proces, wil men het spoor wel eens bijster raken.
Het is net bij dat focussen dat begeleiding misschien wel aan te raden valt, want je kunt dat op verschillende manieren aanpakken. Je kunt focus zoeken in je missie en visie. Je kunt je stakeholders raadplegen en met hun hulp de zogenaamde ‘materiële thema’s’ bepalen. Culturele organisaties kunnen dan weer hun beleidsplan als kompas gebruiken.
Binnen dit traject merkte ik dat dat zoekende echt wel speelde. Er is veel inspiratie, de Sustatool biedt veel thema’s en acties aan maar er is ook altijd weer het budgettaire probleem,… enige hulp blijkt dan welkom.
Daarbij wil ik het belang benadrukken van alle invalshoeken aan tafel te hebben. In een klassiek bedrijf gaat het dan over HR, aankoop, verkoop, productie, logistiek,… Samen kunnen ze beter de acties bepalen met de hoogste impact.”
Op welke vlakken zou je de Sustatool inhoudelijk aanpassen met wat je nu weet?
“Wat opvalt is dat de Sustatool toch eerder ontwikkeld werd met een productieomgeving in het achterhoofd. Als je een dienstverlenende activiteit hebt, is de vertaalslag gewoon groter. Misschien kan daar al eens naar gekeken worden.
Vooraf het profiel van de gebruiker bepalen zou ook een stap vooruit betekenen: hoeveel medewerkers telt de organisatie (en eventuele andere parameters die een idee van de omvang geven), is ze dienstverlenend of produceert ze goederen en is ze internationaal actief of niet? Wat dit laatste betreft: een Engelstalige versie zou het bereik van de Sustatool echt wel vergroten!
Ten derde lijkt het me ook een idee om aan alle SDG’s evenveel gewicht toe te kennen als het om acties gaat. Binnen dit traject zijn we vertrokken van de ‘themaview’ om er pas achteraf de SDG’s aan te koppelen. Bleek dat de socio-culturele sectoren sterk actief zijn op het vlak van SDG 1, 5 en 10 maar dat de Sustatool net voor die SDG’s minder acties voorziet.
Tot slot beste MVO Vlaanderen (glimlachend): wanneer mogen we een échte tool verwachten en niet de veredelde spreadsheet die hij nu is?”
Denk je dat de Sustatool nu zijn weg zal vinden binnen het transitienetwerk?
“Ik heb zeker het gevoel dat minstens alle piloten er verder mee zullen gaan. De ene zal elk jaar een aantal acties vastleggen in een actieplan. Een andere piloot zal een duurzaamheids-SWOT-analyse maken om ze te integreren in het beleidsplan. Ik heb bij nog een andere piloot zelfs weet van de oprichting van een sustainability team dat uit verschillende medewerkers zal bestaan.
In het algemeen – en dat is een open deur intrappen – zal het gewoon zo zijn dat piloten die het traject met meer personen doorlopen hebben, verder zullen geraken dan deze waar slechts één enkele persoon de kar trok. Hoe groter het draagvlak, hoe beter de resultaten en dat geldt uiteraard ook voor alle socio-culturele organisaties die er na de lancering in het najaar mee aan de slag zullen gaan.”
In elk traject gebeurt er wel iets waarvan je denkt “dat vergeet ik nooit meer”. Wat zal jij niet vergeten?
“Ik keek zeker op van de scouts. Ze bleken zowat wekelijks te brainstormen waardoor ze werkelijk voor elk mogelijk thema met oplossingen, verbetervoorstellen, plannen,… voor de dag kwamen. Wat een creativiteit?
Waar ik dan concreet aan denk? Daar waar ze vroeger papieren propjes gebruikten in hun blaaspijpen tijdens bosspelen, gebruiken ze nu deegballetjes. Minder papierverbruik en minder afval nadien want de deegballetjes vergaan gewoon.”