wilde dieren WWF living planet report

73 procent minder wilde dieren in 50 jaar tijd

De nieuwe editie van het Living Planet Report van het WWF draait er niet omheen: de natuur verdwijnt. De internationale natuurbehoudsorganisatie analyseerde de populatiegrootte van meer dan 5.000 gewervelde diersoorten tussen 1970 en 2020 en stelde een gemiddelde daling vast van 73 procent.

De Living Planet Index van het WFF meet de wereldwijde biodiversiteit op basis van gegevens over de groottes van bijna 35.000 populaties van 5.495 soorten amfibieën, vogels, vissen, zoogdieren en reptielen. Het instrument biedt inzicht in de gezondheid van ecosystemen en de impact van menselijke activiteit op de natuur. Tussen 1970 en 2020 vonden de grootste verliezen plaats in Latijns-Amerika: door het snelle verdwijnen van bossen, wetlands en graslanden nam de gemiddelde populatiegrootte er af met liefst 95 procent. In Europa en Centraal-Azië daalden de populaties met 35 procent: dat lijkt positiever dan het is, omdat de natuur in veel regio’s al vóór de jaren 70 sterk achteruitging.

5 kantelpunten

Wanneer de populatiegrootte van een soort onder een bepaald niveau daalt, kan dat het hele ecosysteem aantasten. Ook cruciale ecosysteemdiensten die de mens nodig heeft, zoals voedselvoorziening, schoon water en klimaatregulatie, komen dan onder druk te staan. Ecosystemen die beschadigd raken, kunnen een kantelpunt bereiken: dan zijn de gevolgen aanzienlijk en mogelijk onontkoombaar.

Het WWF-rapport identificeert vijf kantelpunten van wereldbelang: het Amazonewoud droogt op, koraalriffen sterven af, de ijskappen smelten, de Atlantische oceaanstroming stort in, en de permafrost dooit. Die ontwikkelingen bedreigen onze voedselvoorraad, leiden tot meer branden en overstromingen, en kunnen economieën en samenlevingen ernstig ontwrichten.

Hoop op leven

Er is nog hoop, belooft het WWF, maar dan moeten landen meer en effectievere inspanningen leveren om de natuur te beschermen en de belangrijkste oorzaken van natuurverlies systematisch aanpakken. En dat kan pas, besluit de organisatie, als we ook onze voedsel-, energie- en  financiële systemen grondig transformeren.