Zonne-energie blijft goede investering

In 2021 is investeren in zonnepanelen erg voordelig, zowel voor bedrijven als voor particulieren.

De afschaffing van de terugdraaiende teller heeft bovendien geen negatieve gevolgen voor bedrijven, die vaak niet over zo’n teller beschikten. Het rendement dat men haalt uit een zonne-installatie, blijft hoog.

De heisa rond de digitale teller zette kwaad bloed bij mensen die de voorbije jaren investeerden in zonnepanelen. De teller mag namelijk niet terugdraaien, zo oordeelde het Grondwettelijk Hof. Dat heeft als gevolg dat heel wat particulieren hun terugverdientijd zien stijgen. In ruil komt er een retro-actieve investeringspremie.
 
Maar wie in 2021 voor zonne-energie kiest, heeft geen last meer van tellers die al dan niet terugdraaien. Vanaf dit jaar zou de meter sowieso niet terugdraaien voor nieuwe installaties en de teller was ook nooit voorzien in de regeling voor installaties groter dan 10 kilowatt (kW), die bedrijven normaal (lieten) plaatsen. Hoe het dan wel zit?

Zonnepanelen voor bedrijven

Geen terugdraaiende teller dus voor installaties groter dan 10 kW, maar bedrijven kunnen wel aanspraak maken op een terugleververgoeding. Dat is een geldbedrag dat je krijgt voor de elektriciteit die je niet verbruikt, maar in het net injecteert. Je kan het verkrijgen door een contract af te sluiten bij je eigen of andere energieleverancier, zoals Engie. Zeker in de zomermaanden kan het gaan om een mooie som geld.

Voor installaties met een vermogen van meer dan 10 kW kunnen bedrijven ook nog steeds groenestroomcertificaten krijgen. Hoeveel die opleveren, hangt af van het gewest waarin je gebouwen zich bevinden.

Er is voor bedrijven ook een belastingaftrek van 13,5% voor hun investering. Het gaat dan om een éénmalige verhoogde investeringsaftrek van de belastbare winst, die dan ongeveer 5 procent reële subsidie op het aankoopbedrag bedraagt.
 
De terugverdientijd hangt af van installatie tot installatie, maar schommelt tussen de 6 en 12 jaar. Op zonnepanelen heb je doorgaans 25 jaar garantie, dus een bedrijf kan jarenlang gratis zijn eigen elektriciteit opwekken. De levensduur van de meeste installaties is overigens nog langer.
 
Dat alles zorgt ervoor dat investeren in zonnepanelen interessant is en blijft voor bedrijven. Een firma die kiest voor zonne-energie, verbruikt ook zelf opgewekte, groene stroom. Zo draagt ze bij aan een CO2-neutrale toekomst. En door energie te verbruiken die je zonnepanelen opwekken, daalt uiteraard ook je energiefactuur. Je hoeft namelijk niet langer elektriciteit van het net af te nemen.

Voor particulieren: premie tot 1.500 euro

Ook voor particulieren is het er zeker niet minder interessant op geworden. Wie in 2021 zonnepanelen laat plaatsen, ontvangt 300 euro per kilowattpiek (kWp) voor een installatie met een vermogen tussen nul en vier kWp. Vanaf vier kWp loopt de premie nog op met 150 euro per kWp (tot zes kWp).

De premie voor particulieren kan dus tot 1.500 euro bedragen, of tot maximaal 40 procent van de investeringskosten. Dat zorgt ervoor dat de netto aankoopprijs van zonnepanelen in 2021 daalt. Zo bespaar je al gauw 1.200 euro op een gemiddelde installatie van 14 zonnepanelen.

Na installatie hoef je ook niet langer het ‘prosumententarief’ te betalen en betaal je het nettarief op basis van je reële afname van het net. Particulieren hebben ook recht op een terugleververgoeding. Het is wel zaak snel te beslissen, want vanaf 2022 zal de aankooppremie voor particulieren ieder jaar met een kwart dalen. Vanaf 2025 wordt ze afgeschaft.

Batterij-opslagsystemen

Het is ook mogelijk om zonne-energie te stockeren in een batterijsysteem. Die bewaart de door jou opgewekte elektriciteit, zodat je minder afhankelijk bent van het net.
 
Voor een thuisbatterij hebben particulieren tot eind 2024 recht op een premie. Die kan op dit moment tot 3.200 euro bedragen. Vanaf 1 april gelden andere premie-bedragen, die je kan vinden op de website 'energie sparen'. Let wel: ondanks de premie blijft de investering in een thuisbatterij hoog en is ze lang niet voor iedereen rendabel.
 
Ook bedrijven met zonnepanelen op hun dak kunnen kiezen voor batterij-opslag. Zo hebben ze altijd iets om op terug te vallen bij een stroompanne. Men hangt ook niet langer af van beleidskeuzes op vlak van energie.

Met een batterij-opslagsysteem kunnen bedrijven ook hun piekverbruik deels opvangen. Zo betalen ze minder taksen op de netaansluiting. Er is voor bedrijven echter geen premie voorzien.

Tien procent rendement

Investeren in zonne-energie is dus zeker geen weggegooid geld, wel integendeel. Het is een investering die veel rendement haalt in tijden dat spaargeld amper iets opbrengt. De huidige regeling maakt dat 2021 hét jaar is om te investeren in zonnepanelen en/of opslagsystemen. En dat zonder addertjes onder het gras.