Vlaanderen kan met waterstoftechnologie een voortrekkersrol vervullen

Waar staan we in Vlaanderen op vlak van waterstof? “Ik hoor al jaar en dag: “Over tien jaar gaat het gebeuren”. Maar nu komen we toch wel heel dichtbij.”

Het expertisecentrum WaterstofNet is een kennis- en samenwerkingsplatform dat alle kennis rond H2 bundelt en deelt. “Met die knowhow ondersteunen en realiseren we heel wat waterstofprojecten in Vlaanderen en Nederland. Dan denken we mee na over een concept en realiseren we dat op het terrein. Zo leggen we de basis voor verdere samenwerking”, steekt Adwin Martens van het Expertisecentrum WaterstofNet van wal.
 
Martens werkte bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). In 2009 staakte dat verder onderzoek naar waterstof. “Dat vond ik doodzonde, want ook al is de opstart erg moeilijk: ik geloof absoluut in de toekomst van waterstof.  Op basis van gesprekken met een aantal grote bedrijven merkte ik ook dat zij erin wilden investeren, wat me voldoende slagkracht gaf om WaterstofNet op te starten. Met succes: onze organisatie telt nu dertien medewerkers.”

Waterstof tanken

Met WaterstofNet ontwikkelen Martens en zijn team projecten rond waterstof. “Een van onze eerste kindjes staat bij de hoofdzetel van Colruyt. Aan hun distributiecentrum in Halle hebben ze een tankstation met ter plaatse geproduceerde groene waterstof, voor de heftrucks. Die rijden constant aan en af, dus dat vergt veel brandstof.”

Het expertisecentrum heeft dit tankstation mee bekostigd en uiteindelijk overgedragen aan Colruyt. “Zij zijn er in blijven investeren: er kunnen nu ook auto’s tanken. De eerste 44 ton-vrachtwagen op waterstof in Europa is er één van VDL, en die rijdt bij de Colruyt Group”, weet Martens.

“Wist je dat de Lierse bussenbouwer Van Hool Europees leider is op vlak van waterstofbussen? En met VDL, in Roeselare, hebben we ook de grootste bouwer van elektrische bussen in Europa in huis. Helaas: onze openbare vervoersmaatschappijen rijden nog met diesels rond”, zucht Martens.

Voortrekkersrol met waterstoftechnologie

Op vlak van mobiliteit kan waterstof nochtans een enorme bijdrage leveren in de shift naar zero emissie. “Als je van het fossiele weg wilt, moet je op dit moment naar batterijen overschakelen. Die technologie is intussen vooral Aziatisch. Ik hoop dan ook dat wij, in Europa, een voortrekkersrol kunnen vervullen wat waterstoftechnologie betreft. Er is voorlopig nog nauwelijks logistiek voorhanden, maar daar werken we aan.”

Met logistiek bedoelt Martens: tankstations. “Elektrische wagens hebben een voorsprong, want die sluit je aan op het bestaande elektriciteitsnet. In het begin vergt dat geen aanpassingen. Maar bij grootschalige introductie moeten de elektriciteitsnetten verzwaard worden, dat is ingrijpend en kost veel geld. Voor waterstof moeten er vanaf het begin nieuwe, publieke tankstations worden gebouwd.

Dat is de uitdaging van H2: je moet heel die keten tegelijk opstarten.

Martens berekende dat er, alleen al in Vlaanderen, minstens twintig tankstations moeten komen. “Tegen het einde van het jaar zullen er zes zijn. Naast het tankstation van Colruyt is er een van Air Liquide, in Zaventem. Colruyt bouwt er op dit moment ook in  Erpe-Mere, Haasrode en Antwerpen, waar ook CMB er een bouwt. Dat laatste tankstation zal niet alleen dienen voor voertuigen, maar ook voor vaartuigen: een primeur in Europa!”

“Al die projecten doen me geloven dat de ‘waterstofconstante’ gaat vervallen. Die constante is: “Over tien jaar gaat het gebeuren”. Maar nu komen we toch wel heel dichtbij”, lacht Martens.

Investeringen in groene spelers

Wat is anders dan pakweg vijf jaar geleden? “Investeringen gebeuren vandaag de dag vooral in groene spelers. En iedereen staat met elkaar in verbinding. Audi stopt binnenkort met de ontwikkeling van nieuwe motoren, en we zien dat vrachtwagenconstructeurs ook kijken en werken aan waterstof. Bovendien stellen overheden veel meer eisen. Men moedigt de vergroening fiscaal aan. De kosten van bedrijfsauto's zullen binnenkort alleen nog aftrekbaar zijn indien ze CO2-neutraal zijn. ”

Volgens Martens zou 30 procent van alle personenwagens in de toekomst op waterstof kunnen rondrijden. “Toyota en Hyundai hebben nu al waterstofauto’s op de markt. Ook zwaar vervoer kan op waterstof.

In Lommel bouwt E-Trucks momenteel meer dan 20 vuilniswagens op waterstof, die men gaat inzetten in Nederland. De eerste vuilniswagens op H2 in Antwerpen komen er dit jaar nog aan. En stadsbussen zullen volgens mij van hybride naar volledig elektrisch evolueren, maar voor het regionale netwerk is waterstof een stuk interessanter.

Europese waterstofstrategie

Het pionierswerk rond waterstof is een goed bewaard geheim in Vlaanderen. “We hebben al veel gerealiseerd en zijn op alle domeinen aan het groeien. Als WaterstofNet zijn we momenteel betrokken in 20 concrete projecten bij bedrijven. Daarnaast coördineren we ook de Waterstof Industrie Cluster met meer dan 85 bedrijven, waarvan het overgrote deel Vlaams is. We zien dat de corona-crisis de transitie nog versterkt en budgetten vrijmaakt. In dat kader hebben de diverse overheden in België in totaal meer dan 300 miljoen euro gereserveerd.”
 
Martens is verheugd dat zowel de Vlaamse als de federale regering de kaart van waterstof willen trekken. “Dat ligt in het verlengde van de Europese waterstofstrategie. De essentie daarvan moeten we nu zien te vertalen naar projecten. Een visie presenteren is één ding, maar daarna moeten we concreet worden. Elk project dat we gestart zijn, hebben we opgeleverd”, stelt hij trots.

WaterstofNet roept wel op tot concrete regels, zodat ze meer initiatieven kunnen uitrollen. “Neem nu ons mobiel tankstation. We hebben dat onlangs bij Volvo Logistics gebruikt, maar alleen al het vergunningsproces duurt een half jaar! Terwijl we, op basis van ons technisch onderzoek, weten dat er zich geen probleem stellen. Dat proces moet dringend vereenvoudigd worden”, stelt Martens.

Meer dan mobiliteit

“Waterstof heeft trouwens veel meer toepassingen dan transportmogelijkheden”, vervolgt Martens. “Ik denk dan aan industriële verwarming die je niet kan elektrificeren, maar waarvoor je wel waterstof kunt gebruiken. Ook op dat vlak krijgen we aanvragen en we onderzoeken die graag. Zo wordt er veel gewerkt aan de mogelijkheden om aardgasleidingen in de toekomst voor waterstof te kunnen gebruiken, of het aanleggen van een nieuw waterstofnetwerk.”

Martens wil de opties de komende jaren verder exploreren, samen met zijn intussen zorgvuldig uitgebouwde netwerk. “In de Antwerpse haven hebben we de wereldtop in chemie, die momenteel waterstof uit aardgas gebruikt. Deze grijze waterstof moet vervangen worden door wat wij ‘clean hydrogen’ noemen.”

“Daarnaast is de haven van Zeebrugge een zeer grote importhaven van aardgas, via Fluxys. Die kan op termijn omgebouwd worden tot een importhaven van groene moleculen. Aan de KU Leuven ontwikkelen ze momenteel zelfs panelen die water uit de lucht halen en er direct waterstof van maken.”

“Iedereen is intussen overtuigd dat we naar een onomkeerbare shift moeten. Met WaterstofNet willen we die katalyseren en zoveel mogelijk technologie hier opzetten. We hebben in Vlaanderen al een stevige basis voor een waterstofindustrie , maar die moet verder uitgebouwd worden. En ik herhaal: ik denk dat de doorbraak er één dezer zit aan te komen. Maar het is een marathon. Dan heb je ook minstens drie keer het gevoel dat je het niet gaat halen”, knipoogt Martens.