Van Wetstraat naar Ketenzorgwetstraat

De ‘Ketenzorgwetstraat’. Zo heet de Brusselse Wetstraat vanaf vandaag. Tenminste, als het van de Schone Kleren Campagne afhangt, dat vandaag actie voert voor een Belgische ketenzorgwet ter nagedachtenis van Rana Plaza.

Het is geen toeval dat de Schone Kleren Campagne, een coalitie van ngo’s en vakbonden, net vandaag in Brussel actie voert. Met hun protest herdenken ze de instorting van Rana Plaza, een fabriekscomplex in Bangladesh dat op 24 april 2013 instortte nadat er een scheur in het gebouw was ontstaan.

Desondanks werden duizenden kledingarbeiders gedwongen om alsnog aan de slag te gaan, met fatale gevolgen: meer dan 1.100 arbeiders lieten het leven, 2.500 anderen raakten gewond.

Ketenzorg

Nationale en internationale organisaties en vakbonden vragen al jaar en dag voor gepaste wetgeving op nationaal en Europees vlak om dit soort rampen te voorkomen. Ook bedrijven zelf zijn daarvoor vragende partij.

In het Engels wordt verwezen naar de term ‘Human Rights Due Diligence’, maar in het Nederlands gaat het kortweg om een ‘ketenzorgwet’. Die kan bewerkstelligen dat we beter zorgen voor de mensen doorheen de volledige textielketen. Daarover hebben de socialistische regeringspartijen PS en Vooruit een wetsvoorstel voorbereid, dat gisteren ter overweging in de Kamer lag.

"Met zo’n ‘ketenzorgwet’ zouden bedrijven de mogelijke negatieve impact op de mensenrechten en het milieu in hun toeleveringsketen in kaart moeten brengen", klinkt het bij de Schone Kleren Campagne. "Ze moeten een actieplan opmaken en hierover communiceren. Bedrijven die dit niet doen kunnen voor de rechtbank gedaagd worden."

Op Europees niveau wordt momenteel ook ketenzorgwetgeving voorbereid, onder leiding van Eurocommissaris Didier Reynders. Om onze bedrijven voor te bereiden op de toekomstige wetgeving, organiseerden Flanders DC, The Shift, MAD Brussels en WBDM een webinar om modemerken voor te bereiden.

Brandveiligheidsakkoord

Volgens de coalitie van vakbonden en ngo’s is ketenzorg broodnodig om rampen zoals Rana Plaza te vermijden. Al mag wetgeving niet het enige mechanisme zijn. Na afloop van de ramp is een Brand- en Gebouwveiligheidakkoord in het leven geroepen, het Bangladesh Accord, ondertekend door zowel merken als vakbonden.

Het gaat om een legaal bindend mechanisme dat merken verantwoordelijk stelt om fabrieken in productielanden te remediëren mochten er veiligheidsproblemen zijn.

Dat Akkoord was baanbrekend: het was de eerste keer dat er een bindend contractueel instrument kwam met financiële verplichtingen voor de kledingmerken op het gebied van brand- en bouwveiligheid van gebouwen in Bangladesh.

Nu zijn de structuren van het Akkoord overgenomen door een nationaal orgaan, het RSC oftewel RMG Sustainability Council (RMG staat voor: ready made garments). Dat kan volgens internationale actievoerders het Akkoord niet vervangen, aangezien het niet bindend is en vakbonden te weinig inspraak hebben in de structuur.

Vooruitgang vrijwaren

De Schone Kleren Campagne voert momenteel ook actie onder de noemer #ProtectProgress, om merken aan te zetten om de vooruitgang die ze de afgelopen jaren door het Akkoord geboekt hebben, niet verloren te laten gaan.

Sinds de start van het Akkoord is 93 procent van de initieel waargenomen veiligheidsrisico’s aangepakt, maar dat omvat helaas nog niet alle risico’s. Zo zijn er de afgelopen jaren in Bangladesh en andere landen nog brandhaarden uitgebroken door gesprongen boilers, een risico dat pas in een later stadium van het brandveiligheidsakkoord aan de beurt komt.

Om alle risico’s in te perken, is het volgens actievoerders cruciaal om het Akkoord niet af te voeren. Volgens de internationale vakbonden UNI Global Union en IndustriALL kunnen ketenzorgwetgeving en bindende brandveiligheidsakkoorden elkaar enkel maar versterken.

Veilig werk is een mensenrecht

"Wij hebben een verantwoordelijkheid als vakbonden, merken en fabrikanten opdat arbeiders naar hun werk kunnen gaan en aan het einde van de dag opnieuw naar huis kunnen gaan", zei Christina Clausen van IndustriALL donderdag op een persconferentie. "Kortom, ze hebben een veilige werkplek nodig." Dat lijkt haar logisch. "Eigenlijk is het een schande dat we hier een persconferentie moeten over houden."

Kalpona Akter, een vakbondsactivist uit Bangladesh die in 2016 de Alison des Forges Mensenrechtenprijs voor buitengewoon activisme van Human Rights Watch won, nam deel aan dezelfde persconferentie. Zij is stellig dat Rana Plaza een ramp is die vermeden kon worden. Daarom hoopt ze dat het Akkoord in werking kan blijven, in combinatie met een wetgevend kader.

"We hebben wettelijk bindende initiatieven nodig om écht vooruitgang te maken op het gebied van lonen, fabrieksveiligheid en zoveel meer", aldus Akter, de oprichtster van het Bangladesh Centre for Worker Solidarity. "Vakbonden en ngo's moeten merken juridisch aansprakelijk kunnen stellen als het misgaat. Wetgeving die ketenzorg verplicht in Europa en in landen waar merken hun hoofdzetel hebben, zoals België, zou een belangrijke stap in de goede richting zijn."