Valorisatie van organisch afval door waste-to-productbedrijf‎

Renewi is een toonaangevend waste-to-productbedrijf. Wat dat betekent? Ze willen waarde halen uit afval in plaats van het te verbranden of te storten. Neem nu organisch afval. Renewi zamelt dat afval in én gebruikt het om energie te maken. Maar het kan nog een stapje verder gaan. Voedselafval kan ook dienen als grondstof.

“Het voordeel voor onze klanten is dat we zowel de logistiek als de verwerking kunnen aanbieden”, vertelt Stephan Claes, Materials Officer bij Renewi.

De Renewi-site in Kampenhout is uitgebouwd voor de inzameling en verwerking van organisch afval. Die stap kwam er na de grote vraag van klanten. Die stap kwam er uiteraard ook onder impuls van Renewi. Als waste-to-product-bedrijf was en is voedingsafval dé uitgelezen afvalstroom om mee aan de slag te gaan.

“Meer en meer klanten kwamen naar ons met de vraag om organisch afval selectief in te zamelen. Enerzijds omdat ze dat afval niet meer in het restafval wilden zien zitten, gezien de kost. Anderzijds omdat dat niet de meest duurzame manier is om met afval om te gaan. Er komen vaak verbrandingsovens aan te pas.”

Het ene organisch afval is het andere niet

Renewi begon klanten selectief een oplossing aan te bieden, inclusief de ontpakking van het organisch afval en de verwerking in vergistingsinstallaties.

“Vroeger klopten we hiervoor aan bij derden. Alleen hadden we toen minder vat op hoe duurzaam ze werkten. Daarom besloten we om dit zelf in handen te nemen. Ophalen van keuken- en etensresten, dat zelf opzuiveren, bij vergisters aanbieden, …

En natuurlijk gaan we ook het verpakt voedingsafval van supermarkten ophalen. Dat kan perfect door onze ontpakkingslijn gaan, zodat we een zuivere energiemix krijgen die in vergisters toegepast wordt om groene stroom te maken. Eenmaal het vergistingsproces ten einde is kan het digestaat gebruikt worden als meststof in de landbouw.

De verwerking van van voedingsafval is dus een schoolvoorbeeld van de circulaire gedachte.

Elke klant vraagt om een andere aanpak. Daarom voorziet Renewi gericht advies en selectieve oplossingen. Bert Dierickx, afvalexpert bij Renewi: "Wij gaan altijd eerst bij de klant ter plaatse. We bekijken de mogelijkheden, waar het afval van vrijkomt en hoe ze daarmee omgaan. Dat geeft ons inzichten over welke fractie nog in het restafval zit en wat wij ermee kunnen doen. Heel belangrijk daarbij is dat de we de juiste recipiënten plaatsen, zoals een rolcontainer, biobox of afzetcontainer.”

Proactieve benadering

Renewi onderzoekt in hun klantenportefeuille waar er organisch afval vrijkomt. Die klanten contacteren ze proactief.

“We doen dat regio per regio”, vertelt Bert Dierickx. “We gaan natuurlijk ook naar nieuwe klanten na een analyse. Waar zijn er oplossingen? Hoe werken zij nu? Vervolgens bekijken we hoe we een verschil kunnen maken om die verschillende afvalstromen selectief in te zamelen.”

Er blijkt voor die proactieve aanpak veel openheid te zijn. Jens Crabbe, Site Manager: “Wij hebben niet alleen een adviserende rol. We moeten ook handelen binnen het wetgevend kader.

Vanaf 1 januari 2021 zal het organisch afval een verplicht uit te sorteren stroom zijn.

Onze klanten worden door ons dan ook proactief op de hoogte gesteld van deze wijziging. Tegelijkertijd kan het sorteren van voedingsafval ook een financieel voordeel opleveren voor de klant: veel voedingsafval belandt nu tussen het restafval, wat een dure stroom is om te verwerken. Door het voedingsafval selectief in te zamelen kan de klant heel wat euro’s besparen op zijn totale afvalfactuur. Dat leverde voor ons succesverhalen op.”

Stephan Claes: “Zo onderzoeken we ook de mogelijkheden om een samenwerking aan te gaan of een partnership te sluiten met de voedselbanken. De eerste stap van ons salesapparaat kan dan zijn: ‘Beste klant, uw voedingswaren zijn nog perfect houdbaar. Zou u eens niet kunnen nadenken om er toch een deel van naar een voedselbank te laten gaan.’ Wij willen hen helpen om die stap te zetten. En het deel dat dan overblijft of niet naar de voedselbanken kan gaan? Dat gaat naar onze verpakkingslijn.”

Logistieke uitdaging

Het maatwerk van Renewi zorgt ook voor uitdagingen. De horeca gebruikt vooral kleinere recipiënten (rolcontainers van 240l). Supermarkten en productiebedrijven werken vaak met grotere recipiënten, zoals bioboxen (660 liter) of zelfs afzetcontainers (20 tot 40m3).

“Vandaar dat wij echt die nadruk op het bezoeken en adviseren van de klant leggen. Voor de ene klant is een biobox een oplossing, voor andere rolcontainers of een combinatie ervan. Dus we proberen onze klanten te overtuigen door het juiste en meest werkbare recipiënt voor te stellen, al naargelang hun eisen en verwachtingen. Eén van de grote uitdagingen hierin is natuurlijk de logistiek”, weet Stephan Claes.

Jens Crabbe: “We kunnen de klant volledig ontzorgen. Zowel qua inzamelmiddelen als eigen logistieke oplossingen. We bieden een totaalpakket aan. Op die manier hebben we quasi zowel de hele logistieke als de verwerkingsketen onder controle. Daarbij is het noodzakelijk dat we oog blijven hebben voor optimalisaties. Zo plannen we in het najaar een nieuw logistiek inzamelconcept te introduceren waarbij we verschillende stappen van het inzamelproces integreren. Verder wordt ons aanbod van inzamelmiddelen nog verder uitgebreid, waardoor we onze klanten nog meer op maat kunnen bedienen.”

Koffiedrab next step

Verwerking van organisch afval heeft veel troeven. En soms komen daar nieuwe mogelijkheden uit voort.

“We kijken naar bepaalde hoogwaardige stromen die in het organisch afval zitten. Koffiedrab is zo één van de zaken die vaak naar voor komt in de circulaire economie en duurzaamheid. Drab belandt nog veel in het restafval.

Maar met koffiedrab zijn op zich mooie zaken mogelijk. Je kunt er plaatmateriaal van maken. Je kunt er tasjes van maken. Je kunt er een 3D-printrad van maken.

We bekijken daarom of we met die koffiedrab iets kunnen. In Nederland zijn we al aan de slag met sinaasappels en citrusschillen. We halen er etherische oliën uit die dienen als geurstof in zepen en reinigingsmiddelen. Op termijn kunnen we dit in Vlaanderen ook doen.”