Naar een duurzame, synchromodale toekomst

Als vooraanstaande logistiek dienstverlener en belangrijke werkgever neemt H.Essers een voortrekkersrol op in duurzaam ondernemen. Het bedrijf streeft volop een ‘synchromodale’ toekomst na.

H.Essers is uitgegroeid tot één van de meest toonaangevende bedrijven in Europa op het vlak van transport en logistiek. “We zitten in een sector die loodrecht lijkt te staan op duurzaamheidsambities”, vertelt Bob Van Steenweghen, corporate affairs manager bij het Limburgse bedrijf. “Maar goederen springen niet zelf van punt a naar punt b. In de sectoren waar wij actief zijn, dienen ook heel wat randvoorwaarden vervuld te worden - denk maar aan de bewaartemperatuur van de corona-vaccins. Dat brengt dus nog bijkomende uitdagingen op vlak van energie en klimaat.”

Bovendien kwam H.Essers de voorbije jaren kwalijk in het nieuws door haar uitbreidingsplannen. “Ons bedrijf heeft in Vlaanderen de reputatie gehad van mensen die graag willen bossen kappen. We kregen het verwijt dat we per sé wilden uitbreiden op een plek waar een bos staat, maar dat is zeker niet het geval, integendeel. Zo waren wij het eerste bedrijf dat met activiteiten is gestart op de voormalige site van Ford Genk. Ook in de haven van Gent maken wij gebruik van bestaande uitbreidingsmogelijkheden. We vinden het net belangrijk dat de logistieke sector maximaal gebruik maakt van de beschikbare ruimte.”

“Die berichtgeving was schadelijke framing, en die counteren was een enorme uitdaging”, vervolgt Van Steenweghen. “En tegelijkertijd ook niet, want wat wij doen, daar mogen we echt trots op zijn. Wij doen niet aan aankondigingspolitiek - wij zijn doeners, geen dromers, maar mogen terecht fier zijn op onze duurzame DNA”, stelt Van Steenweghen.

GLEC-methodologie

Het bedrijf publiceerde recent zijn eerste duurzaamheidsrapport. “Het was in eerste instantie niet de bedoeling een rapport te publiceren, maar van experts kregen we de reactie dat wij al veel doen en gerealiseerd hebben. Dan moet je daar niet te bescheiden over zijn en er transparant over berichten naar alle stakeholders toe. We hebben het over onze manier van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het gaat dus niet alleen over klimaatdoelstellingen, maar we willen bijvoorbeeld ook een inclusieve organisatie zijn”, aldus Van Steenweghen.

Tijdens het opstellen van het rapport maakte H.Essers - met de H. verwijzend naar oprichter Henri - heel wat zaken inzichtelijk. “We zijn gaan inventariseren welke inspanningen we deden, wat nog diende te gebeuren en wat we nog willen doen. Zo hebben we onze CO2-uitstoot in kaart gebracht volgens de officiële GLEC-methodologie. In 2019 bleek dat 94.000 ton te zijn, waarvan 4.000 in onze warehousing en 90.000 op vlak van transport. Dat cijfer kende al een dalende trend, en nu zagen we dus ook dat we onze magazijnen met nog wat bijkomende ingrepen klimaatneutraal kunnen maken.”

Multi- en synchromodaliteit

De meeste mensen kennen H.Essers van de iconische, rode vrachtwagens. “Maar eigenlijk investeren we intussen veel meer in containers dan in camions. We zetten in op multi-modaliteit: zo slim mogelijk gebruik maken van de combinatie van weg, water en spoor. Dat is niet altijd mogelijk - je geraakt niet overal met de trein. Maar het is wel makkelijker dankzij nieuwe software, multimodale containers en een meer flexibele infrastructuur.”

H.Essers zet volop in op een duurzame, synchromodale toekomst.

Los van het gebruik van die verschillende modi doet H.Essers dat ook synchromodaal, op een sllimme, dynamische manier. “Er is, letterlijk en figuurlijk, enorm veel in beweging in onze sector. Zo kunnen we nu met heel wat parameters rekening houden voor een transport. Voor lange afstanden, naar Turkije bijvoorbeeld, zijn er simulaties mogelijk die opties voorstellen waar je anders niet aan zou denken. Daarbij spelen tijd, kosten en CO2-uitstoot een doorslaggevende rol. ”

Met dank aan de SDG’s

Van Steenweghen ziet een enorme verschuiving op de markt. “Duurzaamheid staat natuurlijk al lang hoog op de agenda. We spreken al jaren over de drie P’s en profit was toch de belangrijkste van de drie.

Maar nu maken ook multinationals van duurzaamheid een prioriteit. Zij nemen vergroening en decarbonisatie zeer serieus.

Van Steenweghen denkt dat die shift mede te danken is aan de SDG’s van de Verenigde Naties. “Wij hebben zelf ook vijf SDG’s gekozen vertaald naar duurzaamheidskrachtlijnen, op basis van onze bedrijfswaarden. Binnen elk van die krachtlijnen hebben we 3 à 4 ambities geformuleerd. Dat zijn in totaal 19 ambities waar we KPI’s aan verbinden.”

Of hij er enkele kan uitlichten? “Veiligheid is een topprioriteit, dus we meten het aantal arbeidsongevallen en willen dat dit aantal elk jaar met 10% daalt. Daar zit veel sensibilisering achter, maar ook constante bijsturing. Per incident doen we een root cause-analyse, en we kijken ook naar ongevallen die net niét gebeurden, de ‘near misses’. Dat zijn leermomenten - wij geloven in levenslang leren, zowel intern als voor onze klanten.”

“Rond welzijn hebben we het programma ‘Fit2grow’ gelanceerd. Dat zet in op bewegen en gezonde voeding, want de meeste mensen in ons bedrijf hebben een zittend beroep. We lanceerden ook uitdagingen: zo konden onze werknemers teams vormen en dan samen evenveel kilometers rijden als de renners in de Ronde van Frankrijk. Toen kwamen er hier veel meer met de fiets werken! Intussen hebben we binnen Fit2grow ook een programma voor mentaal welzijn uitgestippeld.”

Optimaliseren van beladingsgraad

H.Essers is vooral actief in sectoren als chemie en farmaceutica. “Dat zorgt voor de nodige complexiteit van de supply chain, maar we denken mee met de klant. Die 'consumer intimacy' kwam ook van pas tijdens het corona-jaar. We kunnen maatwerk leveren en denken na over oplossingen met onze klanten. Dat gaat bijvoorbeeld over bundeling van vrachten, of over de modal shift van weg naar spoor. Zo organiseren we meer en meer transporten langs spoorwegen, vanuit de Benelux tot in China.”

“Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer te winnen valt”, stelt Van Steenweghen. “Ik denk dan vooral aan het optimaliseren van de beladingsgraad van onze vrachtwagens. We willen zo weinig mogelijk lucht vervoeren. Soms rijdt een vrachtwagen leeg terug als ze nergens in de buurt een pick-up hebben. Daarom werken we aan een Europees netwerk met crossdock-centra. Dat vraagt de nodige planning en opnieuw: software.”

Dat brengt ons ten slotte bij het profiel van potentiële werknemers. “De vervoerssector is ook IT, en dat is een extra moeilijkheid: een afgestudeerde IT’er denkt niet automatisch aan logistiek. Wij hebben nu 150 vacatures openstaan voor tal van profielen: IT, engineering, business analyse,… Wij zitten dan ook in 19 landen, op 77 locaties. Maar we hebben zo’n 7.000 mensen in dienst, waarvan ongeveer de helft in Vlaanderen. Die lokale verankering vinden we belangrijk. We willen ook hier nog uitbreiden en blijven groeien”, besluit Van Steenweghen.