Met Ronald Dworkin en Amartya Sen komt men al een heel eind …

Fons Leroy, afgevaardigd bestuurder van de VDAB, is ervan overtuigd dat de instrumentalisering van het beleid te zwaar weegt. Er gaat m.a.w. te weinig aandacht naar de waarden, zoals gelijke kansen, verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de eigen capaciteiten, openheid voor samenwerking, enz. Vanuit die inspiratie is hij met de VDAB ook op de kar van duurzame ontwikkeling gesprongen. Ze bekijken de toestand vanuit de uitdagingen (Outside In) en vertalen ze naar opdrachten van het VDAB Agentschap. Dit is het tweede deel van het interview. Het eerste deel kan je hier lezen. 

MVOVL: Uit de media komen steeds meer signalen dat er een overschot van vacatures zou zijn. En de krapte op de arbeidsmarkt zou blijven groeien. Niet echt duurzaam, hé?

Fons Leroy: “Net deze situatie biedt een ongelooflijke opportuniteit om de mensen aan het werk te krijgen die nog nooit kansen kregen. Mensen, al dan niet op verre afstand van de arbeidsmarkt, dienen gemotiveerd te worden, zodat ze aan het werk geraken. Daarvoor levert de VDAB de nodige inspanningen op verschillende niveaus. Zelf ondersteunt ze het tripartite overleg om tot een tewerkstellingspact te komen, waarin een pakket aan maatregelen wordt genomen om de stakeholders te responsabiliseren. We proberen bijvoorbeeld de werkgeversorganisaties aan te sporen om anders naar kandidaten te kijken. Traditioneel zijn ze op zoek naar de ‘witte raven’. Eigenlijk willen we hen duidelijk maken dat ze zelf ‘de witte raven’ kunnen maken, omdat er nog heel veel mensen zijn met talenten die vandaag niet aan bod komen. Die stoten dikwijls op vooroordelen qua leeftijd, afkomst, diploma, enzovoort. Werkgevers zijn er zelf bij gebaat om de competentiebril opzetten. Op die manier gaan ze sneller de ‘gepaste’ mensen vinden voor hun vacatures. Het zijn dat soort paradigma’s waarmee nu geconfronteerd worden die we met de VDAB willen doorbreken om te maken dat die vacatures ingevuld worden.”

MVOVL: Die aanpak van de VDAB gaat echt naar de essentie van duurzame ontwikkeling, zoals dat werd gedefinieerd in het Brundtland rapport uit 1987. Daarin gaat het zeer duidelijk om een rechtvaardige behoeftevoorziening, waarbij alle toekomstige generaties ook aan de bak kunnen komen. Ik zie dat de openheid om samen te werken met stakeholders plus de ‘outside in’ benadering toch wel een goede vertaling zijn van duurzaamheid naar de kerntaken van de VDAB. Missen wij hierbij nog andere elementen?

Fons Leroy: “Ik ben het daar in grote lijnen mee eens. Net door oog te hebben voor de essentie van duurzaamheid wil ik ook een lans breken voor meer aandacht voor waarden in het beleid. We zijn zo sterk gefocust op het inzetten op instrumenten (of ‘tools’) dat de achterliggende waarden uit het zicht verdwijnen. In ambtelijke kringen durven we bijna niet meer over waarden spreken uit schrik dat we uit onze gelegitimeerde rol als neutrale partner in het maatschappelijk debat zouden vallen. Voor mij is diversiteit een zo belangrijke waarde, dat we ze wel moeten expliciteren als uitgangspunt van ons beleid. Net zoals ‘rechtvaardigheid’ een belangrijke waarde is, of het gelijke kansen principe. Ik spreek in dit verband altijd over gelijke kansen aan de uitkomstzijde, niet alleen aan de start. Hiervoor baseer ik mij op een, volgens mij, heel nuttig gelijkwaardigheidsprincipe van Ronald Dworkin.  Kort samengevat komt die er voor mij op neer dat iedereen er mag op vooruit gaan, maar dat de groepen die het er het slechtst voor staan de meeste kansen moeten krijgen.  Dat is één van de waardekaders waarbinnen ik mijn verantwoordelijkheid als afgevaardigd beheerder invulling geef. Zo baseer ik mij ook op de capabilities theory van Amartya Sen en Martha Nussbaum. Ik heb mij die eigen gemaakt, ik laat die ook niet zomaar los. Bovendien kunnen de mensen mij daarop aanspreken. En in dat gesprek kan ik laten voelen wat die waarden betekenen.”  

MVOVL: Heb je het gevoel dat de dienstverlening van de VDAB erop vooruit gaat?

Fons Leroy: “Ik heb wel de indruk dat we slimmer en slimmer worden. Ik geloof dat de VDAB heel veel wijsheid kan halen uit nieuwe technieken inzake datamining over succesvolle trajecten van ‘peers’. Doordat er meer kennis beschikbaar is zouden we in de toekomt nog meer in staat moeten zijn om de mensen beter te helpen. In tegenstelling tot vroeger kunnen we dan hen dan pro-actiever, preventiever en gestructureerder aanspreken: werkzoekenden rond de ontwikkeling van hun competenties én werkgevers rond hun mindset over kandidaten voor vacatures.”

MVOVL: Door deze digitalisering ontstaan natuurlijke nieuwe vormen van dualisering. Hoe gaat de VDAB die aanpakken?

Fons Leroy: “Als VDAB willen we anticiperen op de nieuwe breuklijnen die zich vanaf het begin van de 21ste eeuw beginnen af te tekenen, zoals bijvoorbeeld over solidariteit en verdraagzaamheid in tijden van globalisering en migratiestromen. Ik heb daarover al een paar keer artikels geschreven over  de transitie van sociale zekerheid naar een systeem van loopbaanverzekering, die ervoor zorgt dat die dualisering over tal van oude en nieuwe breuklijnen niet al te zeer uit de hand zou lopen. Ik heb die artikels geschreven omdat ik mij zorgen maak over het gebrek aan vooruitgang in het denken over nieuwe maatschappelijke systemen, die toch een antwoord zouden moeten bieden op voortschrijdende globalisering, internationale arbeidsverdeling, technologisering, migratiestromen, enz. Ik blijf toch bekommerd over de tijdige aanpassing van het arbeidsmarktbeleid aan die snel wijzigende context, die de grenzen van onze kleine samenleving, met zijn open economie, overstijgt.”

MVOVL: Hoe is het gesteld met het maatschappelijk debat over de toekomst van het arbeidsmarktbeleid? Is er input vanuit de MVO-denkers? Of duiken er gezaghebbenden stemmen op vanuit de wereld van het duurzaam ondernemen?

Fons Leroy: “Het intellectueel debat rond deze noodzakelijk transitie in het beheer van de arbeidsmarkt is beperkt. Ik was gisteren (nvdr: 17 januari 2018) op een seminarie van de vakgroep van Bea Cantillon over de toekomst van de sociale economie in het licht van de MVO- en/of SDG-inspanningen vanuit het reguliere bedrijfsleven. Blijft dat een sociale inschakelingseconomie, waarin die bedrijven mensen proberen aan het werk te houden, die niet aan de bak komen in de reguliere economie? Of moet de reguliere economie zich ook inspannen om kansengroepen op de arbeidsmarkt aan te werven op basis van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid rond inclusiviteit, enzovoort? Dit is maar één van de thema’s waarrond een breder maatschappelijk debat dringend en noodzakelijk is.

MVOVL: Een andere vraag voor intellectueel en maatschappelijk debat is: ‘Wat is nu eigenlijk een duurzame loopbaan?’

Fons Leroy: “Dat is inderdaad een cruciale kwestie. En dat debat gaat over de vraag: hoe maak je mensen zo sterk (ook die mensen in kansarmoede) dat ze op zijn minst inspraak hebben in het uittekenen van hun loopbaan. Het ideaalbeeld is dat ze hun loopbaan zelf kunnen sturen in een VUCA-wereld.  Ik vind daarbij dat je een beeld moet hebben van emancipatie, anders blijven mensen afhankelijk van die markt. Als VDAB weet je dat niet iedereen in staat is tot die ideale vorm van zelfsturing van de eigen loopbaan, maar dan kun je als VDAB je vorming en begeleiding daarop richten. Mensen afhankelijk maken van het aanbod op de arbeidsmarkt, vind ik een verkeerd principe. De VDAB dient mensen te ‘empoweren’ zodat ze het stuur van de loopbaan zelf in handen kunnen nemen door de eigen competenties verder te ontwikkelen. In die zin is er ook een wijziging gekomen in het effectieve beleid van de VDAB. Vroeger was het doel om mensen te activeren zonder meer. Na overleg met onze partners op Europees niveau ligt nu de klemtoon van dat beleid op ‘duurzame activering’. Je kunt misschien wel iemand via een uitzendkantoor een job geven, maar als VDAB willen we afspreken met die uitzendbureaus, dat zij ook investeren in de opleiding van de uitzendarbeiders. In Vlaanderen hebben we nu al overeenkomsten met een aantal uitzendkantoren die daarvoor open staan.”

MVOVL: Bedankt, Fons. Er tekent zich een duidelijke vooruitgang af, maar gelet op de VUCA-context blijft er nog heel wat werk aan de winkel.