Matrassen- en beddenproducent zette stap naar circulaire economie

Auping is een producent van bedden, mattrassen en beddengoed. Een vijftal jaar geleden sloegen ze met het aantreden van een nieuwe CEO een andere weg in. Eén die leidde naar circulaire bedrijfsvoering en cradle to cradle. Zonder de aandacht voor hun medewerkers te verliezen.

De nieuwe manier van werken bleek evenwel niet vanzelfsprekend. “De doorsnee consument ligt niet wakker van duurzaamheid”, constateerde Willem Stox, General Manager Benelux.

Enkele jaren terug bestond Auping nog uit drie verschillende sites.

“We hadden een hout-, staal- en textielsite. Die draaiden eigenlijk op een ouderwetse manier. Je merkte dat bijvoorbeeld tijdens piekperiodes, zoals tijdens de solden. Er lagen bij ons voor miljoenen euro’s matrassen in de hangar, maar de consument wilde dan net die matras die niet op stock was. Het zette ons aan tot circulair denken.”

Enkel nog op bestelling

Auping besloot om de traditionele manier van werken om te draaien. “Nu werken we enkel nog op bestelling. Eens de klant een voorschot betaald heeft, gaan we pas over tot assemblage. Zo hebben we geen voorraad.

We vermijden recyclage, wat een beter idee is dan recycleren.

Een andere grote omwenteling voor Auping was het onderbrengen van de drie sites in één nieuwe site. “Daardoor alleen al besparen we jaarlijks 180.000 kilometers aan gereden transport tussen de verschillende sites. De financiële investering was groot, maar nodig.

Tegen 2020 willen we volledig energieneutraal werken. Nu is dat 80 à 85 procent. We gebruiken nog extra gas om de warmtepieken op te vangen. We recupereren zo veel mogelijk restswarmte. Zaagsel persen we bijbvoorbeeld samen tot pallets voor verbranding. Het rendement dat we nu halen is goedkoper dan te werken met traditionele energie. Het was een keuze volgens het DNA van ons bedrijf.”

Duurzaam omgaan met mensen

Bij Auping beperkt duurzaamheid zich niet enkel tot het productieproces. “We willen ook onze mensen alle voordelen geven. De fabriek is helemaal afgestemd op hun ergonomie. We hebben middenin het bedrijf onze eetruimte voorzien. Arbeiders, bedienden en het management kunnen hier samen eten.

Daarnaast hebben we ervoor gezorgd dat ze zo veel mogelijk in natuurlijk daglicht kunnen werken. En we zijn heel sterk bezig om alle giftige stoffen te weren, zoals in onze lijm en verf. Er zijn geen beschermingsmaskers meer nodig. De lucht in onze fabriek wordt gezuiverd en gemonitord.”

Het hele proces duurde vier jaar. Het moet zekerheid bieden voor de volgende twintig tot derig jaar.

“Collega's produceren veelal in lageloonlanden. De maakindustrie verdwijnt meer en meer. Daar wilden wij iets tegenover zetten. Auping biedt opportuniteiten voor laaggeschoolden. We geven hen kansen om te werken in de eigen streek. Daarna kunnen ze indien gewenst en mogelijk doorgroeien.”

Moeilijk om gewoontes te doorbreken

Hoewel de reacties van de medewerkers over de inspanningen overwegend positief zijn, zijn er nog verbeterpunten mogelijk.

“Onze ambitie om iedereen gemengd in dezelfde eetruimte te brengen, is bijvoorbeeld toch niet zo eenvoudig. Het is moeilijk om oude gewoontes te doorbreken. Toch blijven we het stimuleren.

En we merken ook dat al onze investeringen niet per se een groot effect hebben op de consument. Zij blijken niet echt wakker te liggen van duurzaamheid. Prijs blijft toch het belangrijkste voor hen. We sturen ook geregeld persberichten over onze inspanningen, maar dat wordt zelden opgepikt. Op een of andere manier is het ver van hun bed.”

Al laat Auping zich niet ontmoedigen. Integendeel.

“We gaan meer en meer de weg op van ecodesign.

De grote uitdaging is om het toekomstig afval aan de basis van onze producten te doen verminderen. We willen meer duurzame materialen gebruiken zodat we ze achteraf beter kunnen recycleren.

We denken ook na over het aanbieden of verhuren van slaapcomfort in plaats van het te verkopen. Maar dan moet je natuurlijk aan de basis veranderen”, besluit Willem Stox.