Makerscollectief geeft objecten een tweede leven

Het Gentse ‘ONBETAALBAAR’ is een collectief van makers, (be)denkers, vormgevers, schrijvers en zelfs filosofen. Hun raakvlak? Kunst en design. Meer bepaald door duurzaamheid, schoonheid en liefde voor materialen te verenigen. Ze gebruiken afgedankte materialen bij de creatie van nieuwe objecten. Of ze geven oude en nieuwe gebouwen een duurzame transformatie.

Algemeen coördinator Sophie De Somere denkt momenteel na over de volgende stap. 2021 wordt cruciaal.

Zowel een werkplaats als een denkdank. Zo beschrijft Sophie De Somere ONBETAALBAAR. Ze richtte het in 2012 op als een onderzoeksproject.

“Het moest een ontmoetingsplek worden voor makers en iedereen die onze liefde deelt voor objecten. Een inspirerende plek waar we elkaar vinden in materialisme met emotie. De filosofie erachter? De waarde van objecten is niet enkel economisch, maar ook ecologisch, artistiek en emotioneel.”

Creatieproces in beeld brengen

ONBETAALBAAR wil een verhaal van grondstoffen etaleren. “Het creatieproces krijgt evenveel aandacht als het uiteindelijke object zelf. Het resultaat brengen we op een alternatief economische manier weer aan de man. Kopers betalen de prijs die ze ervoor willen betalen.”

Bij dat creatieproces worden er best heel wat mensen betrokken. Niet alleen makers, maar bijvoorbeeld ook tekenaars en schrijvers kunnen meewerken.

“Door mijn verleden in de culturele sector heb ik veel contacten waarop ik beroep kan doen. Ze vonden ONBETAALBAAR meteen een fijn initiatief. Vaak werkten makers eerst alleen, hadden ze een eigen atelier en voerden ze uit wat de klant vroeg. Hier komen ze terecht in een gezamenlijk atelier waar de ideeën gedeeld worden. Ze mogen improviseren met de materialen en de verhalen die ze ter beschikking krijgen.”

Zoektocht materialen moeten aanpassen

Sophie De Somere werkte in het begin veelal met afgedankt materiaal van particulieren.

“Iedereen had ergens wel iets staan. Alleen was het vrij omslachtig om dat allemaal te gaan halen, om af te spreken, om te laten brengen. In het begin van het project waren we zodanig verliefd op het idee dat we al die moeite nog deden. Daarna kozen we voor meer efficiëntie. We gingen meer gericht naar kringwinkels om te kijken wat ze niet verkocht kregen. En welke bedrijven er in de buurt waren met interessant afval.

Makerscollectief geeft objecten een tweede leven

We deden ook één of twee intakedagen waarop mensen materiaal konden brengen. Op basis van die drie broninkomsten hadden we meestal materialen genoeg.

Vandaag is er zodanig veel afval, dat we selectief moeten zijn.

“Hoe we bij ons atelierpand zijn gekomen? Dat kwam wat op mijn pad. Ik was al vijf jaar bezig met ONBETAALBAAR en het waren super veel projecten. Ik had het gevoel dat het te zwaar aan het worden was voor mij alleen. En ik had nog een andere job ernaast.

Ik ben gaan aankloppen bij kunstencentrum CAMPO.nu. Om een beetje ondersteuning te krijgen, vooral als klankbord rond productie, communicatie en het zakelijke. Zij hadden een locatie die ze deels gebruikten als slapende stock, deels als kunstenaarsatelier. Ze vonden het veel interessanter als we met ONBETAALBAAR daarin onze vaste intrek zouden nemen. Die locatie vul ik nu in met programmatie en een werking die zowel participatief is als op ontwikkeling inzet.”

Hoe zelfbedruipend worden?

De huidige overeenkomst met CAMPO.nu  loopt af eind 2021. Samen met een veranderend subsidielandschap dwingt dat Sophie De Somere tot nadenken.

“Het is de vraag of ik mag blijven, of er een nieuwe invulling nodig is of dat ik een nieuwe locatie moet zoeken. Sinds vorig jaar ben ik daarom een denkswitch aan het maken. In de eerste jaren was ik vooral bezig met het verspreiden van een ideologie. Ik wilde laten zien wie er achter het object zit dat je koopt.

Nu wil ik meer proberen om een eerlijke productielijn op te starten met productietypes die ik economisch kan uitbouwen. Zonder dat ik daarvoor subsidies moet aanvragen. Of er toch niet alleen op moet rekenen.

Ik beoog een werkend economisch model.

Al blijft dat wel een moeilijke. Iets dat je zelf maakt, vraagt veel tijd, energie en ambacht. Daardoor wordt het automatisch duurder. In een lineaire economie kom je dan bij een veel te dure verkoopprijs uit. Dat maakt de circulaire oefening zeer moeilijk. Er is ook niet een pasklaar antwoord op.

Toch blijft Sophie De Somere optimistisch. “Er is nog steeds veel interesse voor de projecten die we doen. We krijgen meer en meer grotere projecten, zoals de inrichting van muziekcentrum Bijloke in Gent en Circuit, een grote werkplaats in Antwerpen. Daar is het de bedoeling dat het iets wordt als het Huis van de Toekomst. Het moet een huwelijk zijn tussen recyclage en upcycling.

De tijd is er klaar voor om circulariteit te zien als een investering die werkt. Vroeger was het voor de dromers. Nu wordt het meer en meer een nieuwe norm.