Hoe een onverwachte ontmoeting wonderen doet.

De Australisch-Britse filosoof Roman Krznaric schreef een aantal jaren geleden een boek over empathie. Meer empathie is hoognodig, zo stelt hij. Daarom richtte hij een empathiemuseum op. Een plek waar je letterlijk in andermans schoenen kan gaan staan.

Hoe het voelt om een Turkse schoenpoetser te zijn, een miljardair uit Dubai, een kind in Laos? Hoe voelt het om iemand  anders te zijn en mee te voelen met wat een op het eerste zicht totaal ander iemand voelt?

Het is de strategie van de mens om datgene of diegene waar we bang voor zijn te ontmenselijken. Denk aan vluchtelingen, gevangenen, daklozen. We maken er een anonieme groep van, een soort object zelfs.

Vanop een comfortabele afstand kunnen we er al onze overtuigingen, oordelen en meningen op projecteren. Een onverwachte ontmoeting doet wonderen. Plots krijgt dat object een gezicht, een stem, een hart. Iemand waar je op het eerste gezicht niks mee hebt, blijkt ook een vader die met zijn zoontje speelt of een alleenstaande vrouw die voor haar moeder zorgt, een mens van vlees en bloed te zijn.

Oefenen in empathie

Oefenen in empathie deden ook de medewerkers van Boss Paints. Met een mooie groep namen ze deel aan de langste eettafel van Bond zonder Naam in de gevangenis van Hasselt. En daarmee begon ook de Week van Verbondenheid.

Die ligt intussen weer achter ons, maar de ontmoeting tussen gedetineerden en vrije burgers heeft een spoor nagelaten. Een oefening in empathie dus, en dat bij een heel onpopulaire doelgroep.

Eerst staan vrij en onvrij wat onwennig bij elkaar. Wat vraag je? Geef je een hand? Is het gek dat je bang bent? Allerlei vragen spoken door het hoofd van de deelnemers. Terughoudende nieuwsgierigheid van beide kanten, zo voelt het aan. Vanuit de cirkel komt er beweging in de twee groepen en maken de deelnemers kennis met elkaar en schuiven aan tafel.

Na wat praktische vragen gaat het over schuld en schaamte, over liefde en vaderschap. Soms over de naakte feiten. Niet alleen de gedetineerden vertellen hun verhaal, ook de werknemers van Boss Paints delen kwetsbaarheden, verdriet en vragen over het leven. Het gaat heen en weer. Er ontstaat verwondering over wie we allemaal zijn: gewone mensen.

Met pech, geluk, kleinere en hele grote misstappen.

Een gedetineerde vertelt: "Als ik me vroeger slecht voelde, gebruikte ik drugs. Hier is geen afleiding, behalve koken. Zet me als ik opgefokt ben twee uur in de keuken en ik kom tot rust. Vannacht wou ik nog even in het vanille-ijs roeren dat we straks eten als dessert. Dat gaat niet zonder toestemming. Maar veel erger is dat we er niet meer bij horen. Hier word  je  vergeten en heb je geen contact meer met de buitenwereld."

Na het samenzijn trekken alle deelnemers figuurlijk hun eigen schoenen weer aan.

En stappen ze met rijke verhalen, sommigen met meer vragen, anderen met nieuwe inzichten, de wereld weer in. Zij zullen de gedetineerden niet vergeten.

Wil jij ook liever mét mensen praten dan óver hen?

Dit 'praktijkvoorbeeld' namen we over uit het ZIN-magazine van Bond zonder Naam.   Zij nemen je mee voor gesprekken achter de muren van een gevangenis of een asielcentrum. Kijk op hun website voor de gevangenenwerking (Traliepost, Prison talk, gevangenisbezoeken).   Er is dit najaar ook een vervolgtraject rond dakloosheid. Bond zonder Naam neemt vijftien collega’s mee op straat. Misschien ook de jouwe?