Engineering Education for Sustainable Development

Engineering Education for Sustainable Development of EESD. Waarom bijeenkomen of netwerken rond dit thema?

Laat mij beginnen met het antwoord op deze vraag.

EESD2016 (Brugge, 4-7 september 2016) was net achter de rug. Een week later gaf ik les tijdens een tiendaagse ‘international summer school’: 15 à 20 studenten, met of zonder doctoraat, enkele met een ingenieursdiploma.

Ik had de vraag gekregen om de eerste dag een introductie te geven over duurzame ontwikkeling én de laatste dag terug te komen om in gesprek te gaan met de deelnemers over de oriëntatie van hun sector binnen de context van duurzame ontwikkeling. Wat is de visie? Hoe ziet de sector eruit tegen 2050? Met welke criteria wordt rekening gehouden? ...

Na mijn inleidende les kon ik bij de koffie met enkele studenten praten.

Ik vroeg hen of duurzame ontwikkeling in hun basisopleiding aan bod was gekomen. Het antwoord was teleurstellend: het bleef bij enkele begrippen en verwijzingen. Dit terwijl de Rio ‘92-conferentie anno 2016 al 25 jaar achter ons ligt en we onder andere in het EESD-netwerk al meer dan tien jaar pleiten voor:

  1. een basiscursus ‘duurzame ontwikkeling’ in elke 1ste bachelor
  2. een doorwerking van duurzame ontwikkeling in elke cursus én
  3. voor de geïnteresseerden, een multidisciplinaire master na master ‘duurzame ontwikkeling’.

Historiek

Alles begint eind jaren ’90 als Prof. dr. ir. Karel Mulder aan de TU Delft een doorlichting maakt van de doorwerking van duurzame ontwikkeling in de ingenieursopleidingen. Het resultaat presenteert hij op een EESD-conferentie die hij organiseert in 2002 naar aanleiding van 160 jaar TU Delft.

Het succesvolle initiatief is de aanleiding voor andere universiteiten tot een reeks van tweejaarlijkse conferenties: UPC Barcelona (2004), INSA Lyon (2006), TU Graz (2008), Chalmers University Gotenburg (2010).

Na een korte aarzeling volgen driejaarlijkse conferenties, afwisselend in Europa en Noord-Amerika: Cambridge University (2013), UBC Vancouver (2015) en tot slot ons Instituut vóór Duurzame Ontwikkeling vzw in samenwerking met Belgische universiteiten (2016).

Sedert 2008 heeft elke conferentie een duidelijke focus:

  • EESD2008 – Bridging the Gap
  • EESD2010 – Learning for Transformation
  • EESD2013 – Rethinking the Engineer
  • EESD2015 – Cultivating the T-Shaped Engineer
  • EESD2016 – Building a Circular Economy Together

Dat de organisatoren er alles aan doen om ingenieurs voor te bereiden op een bijdrage aan een duurzame samenleving, staat als een paal boven water.

EESD2016 – Building a Circular Economy Together (Brugge, 4-7 september 2016)

Op vraag van Karel Mulder, de allereerste organisator, en na enig overleg in ons land, wist ik de conferentie in 2016 opnieuw naar de lage landen te halen.

Tijdens de voorbereidingsperiode (onze kandidatuur werd goedgekeurd in 2013) kreeg de ‘circulaire economie’ alsmaar meer aandacht.

Een studie van ons Instituut vóór Duurzame Ontwikkeling vzw over de toekomst van de metaalsector in ons land en in Europa wees bovendien uit dat er dringend moest gemaakt worden van een circulaire economie binnen de context van duurzame ontwikkeling.

Ook bleek de samenwerking met verschillende stakeholders van groot belang. Het EESD2016-thema lag dan ook voor de hand: Building a Circular Economy Together.

De kern van EESD2016 (en van zijn voorgangers) waren de wetenschappelijke bijdragen over EESD. Collega’s uit tal van universiteiten zorgden voor zo’n 60 presentaties over hun ervaring met EESD. Die vonden hun weg naar vier parallelle ‘work streams’:

  1. Een work stream met de focus op circulaire economie, design en natuurlijke rijkdommen.
  2. Een work stream over ‘Outside the box thinking’.
  3. Een work stream met de kern van elke conferentie: (barriers to) (innovative) teaching, while reforming programmes and curricula;
  4. Een work stream gegroepeerd volgens sectoren en/of disciplines.

Een rijkdom  aan informatie zoals de proceedings aantonen. .

EESD2016 – de belangrijkste invalshoeken

Uit de eerste werkstroom onthouden we vooral dat de thema’s circulaire economie, design en natuurlijke rijkdommen nog onvoldoende zijn ingebed in het curriculum. Bovendien is interdisciplinair kunnen werken noodzakelijk, maar niet gemakkelijk.

De werkstroom ‘Outside the box thinking’ legde de focus op onderwerpen die niet voor de hand liggen in ingenieursopleidingen zoals ‘global issues’, ‘stakeholders’, ‘ethical and social issues’, ‘social responsibility’ en ‘transdisciplinarity’. De interactie tussen de deelnemers leerde dat de uitdagingen om hiermee om te gaan immens zijn.

Tijdens de rapportering over de derde werkstroom kregen drie onderwerpen plenaire feedback Betreffende ‘het lesgeven’ kwam de nadruk eveneens te liggen op interdisciplinariteit én verschillende, afwisselende manieren om les te geven. Bij het onderwerp ‘curricula’ kwam vooral het belang om de complexiteit van de problematiek mee te geven om de hoek kijken. Het onderwerp ‘accreditatie en evaluatie’ wordt gezien als een belangrijke externe impuls om aan de universiteiten meer aandacht voor EESD te hebben.

De werkstroom over ‘sectoren en/of disciplines’ benadrukte dat  aandacht voor de SDG’s (Sustainable Development Goals) in ingenieursopleidingen belangrijk is. Ingenieurs weten op die manier wat de uitdagingen zijn voor de samenleving. Op basis van verschillende indicatoren gekoppeld aan elk van de SDG’s kunnen ze ook begrijpen waar prioritaire actie noodzakelijk is.

De proceedings geven meer detail over de belangrijke invalshoeken en aanbevelingen van elke work stream.

Nabeschouwing

Er waren voor mij twee belangrijke redenen om kandidaat te zijn voor EESD2016:

  1. De betrokkenheid van andere Belgische collega’s verhogen. In de voorbije 15 jaar heb ik immers welgeteld – als ik me niet vergis – twee Belgische collega’s ontmoet op twee verschillende conferenties. Dit was ondermaats in vergelijking met andere landen zoals Nederland of Zweden.
    Check: nu tekenden vijftigtal Belgische collega’s present.
     
  2. Het thema ‘circulaire economie binnen de context van duurzame ontwikkeling’ op de agenda zetten.
    Check: de keynote speakers, het debat, de presentaties,… hebben hieraan de nodige diepgang gegeven.

Maar het is duidelijk dat de professoren, studenten en anderen die zich engageren voor EESD 25 jaar na de Rio ‘92-conferentie nog vaak alleen staan in hun universiteiten en faculteiten. De integratie van duurzame ontwikkeling is nog verre van mainstream.

En dan denk ik altijd weer aan wat een Australische collega in een keynote tijdens EESD2008 naar voor bracht: er bestaat een ‘time lag dilemma’. De meerderheid in de samenleving erkent dat er een urgentie is om de uitdagingen van niet-duurzame ontwikkeling aan te gaan, maar de hervorming van curricula volgt veel te traag.

Jongeren die nu afstuderen en binnen 10 tot 20 jaar mee vorm zullen moeten geven aan onze samenleving, zijn onvoldoende gewapend. Bij een ‘business as usual’ scenario duurt het nog enkele tientallen jaren – studies zeggen tot minstens 2030 – vooraleer curricula en opleidingen zodanig hervormd zullen zijn dat ze nuttig worden voor duurzame ontwikkeling. Er is dus (nog steeds) nood aan een versnelde inhaalbeweging.

In 2020 is Europa weer aan de beurt met een conferentie in Cork (Ierland). Maar eerst verwelkomt  Rowan University (Glassboro, 3-6 juni 2018) ons voor EESD2018 : zie www.eesd2018.org.

Laten we hopen dat er dan opnieuw een belangrijke Belgische delegatie deelneemt die er kan getuigen van de grote stappen vooruit die we ondertussen hebben gezet.

Bernard Mazijn

Afgevaardigd Bestuurder van het Instituut vóór Duurzame Ontwikkeling vzw
Docent ‘Duurzame Ontwikkeling’ aan de Universiteit Gent