"Duurzame mode is makkelijker voor startend label"

Passie geeft motivatie

Loes Vandekerckhove startte als traineeship bij een groot modebedrijf en merkte al snel op dat dit haar ding niet was: "Ik besloot een idee uit te werken dat al sinds een uitwisseling als student in Mexico in mijn hoofd zat: een eigen duurzame activewear lijn, geïnspireerd op reizen. Dat het duurzaam moest zijn, was voor mij heel logisch. Ik ben er toevallig mee in contact gekomen door een opdracht op school, waardoor ik in mijn persoonlijke leven veel bewuster ben geworden van duurzame mode. Vroeger volgde ik de trends meer, maar door me in de industrie te verdiepen wist ik dat zo'n shopgedrag net niet duurzaam was. Ik ontdekte merken die wel goed bezig zijn en duurzamer produceren en focuste me daarop."

Het opstarten van een eigen lijn was heel uitdagend voor Loes. Met een achtergrond in de economie en geen ervaring in de mode, richtte ze Pure By Luce op. "Duurzame mode is mijn grote passie, en dus was ik gemotiveerd om al doende te leren. Ik heb veel beginnersfouten gemaakt, maar ik heb in het voorbije anderhalf jaar veel geleerd. Het moeilijkste was het vinden van de juiste technische én duurzame stof en het vinden van een confectiefabriek waarbij ik me goed voel."

"Ik ben gelukkig omringd door de juiste mensen. Zo heb ik hulp gekregen via Start it @ KBC en Ann Claes en Peter Bertels van Flanders DC, onder andere dankzij de CloseThe Loop-tool van Jasmien Wynants. Aan Bruno Van Steenbergen heb ik ook veel gehad, hij is consultant voor modemerken rond duurzaamheid. De nonkel van een vriend werkt bovendien toevallig in een atelier in Parijs en zij konden me ook tips geven rond ethische productie. Ten slotte krijg ik heel veel hulp en steun van vrienden en familie o.a. voor verzending van pakketjes, shoot, verkoop op beurzen, enz."

Lokale productie in Europa

De volledige productie van Pure By Luce is 'lokaal'. In de mondiale kledingsector betekent dit: 'binnen Europa'. Het garen noemt Econyl en wordt in Italië geproduceerd, het weven tot stof gebeurt ook in Italië, en de confectie gebeurt in Portugal.

"Op 'Première Vision', een stoffenbeurs in Parijs, heb ik Econyl ontdekt. Dat is een vezel die gemaakt wordt van gerecycleerde polyamide. De grondstoffen hier zijn niet petflessen, maar textieloverschotten. Een groot deel van het afval van de mode zijn snijoverschotten die in fabrieken worden weggegooid. Qua kwaliteit is dit textiel vergelijkbaar met andere technisch hoogstaande sportkleding, wat maakt dat het draagcomfort heel hoog is."

"De confectiefabriek waar ik mee samenwerk bevindt zich op 45 minuten rijden van Porto en is enthousiast over eerlijke productie. Ze worden door twee externe organisaties gecontroleerd, maar ik ben er zelf ook altijd welkom. Ze hebben niets te verbergen. Die vertrouwensband vond ik heel belangrijk tijdens mijn zoektocht. Ik kwam ook producenten tegen die mijn vraag naar eerlijke productie weglachten, maar in de fabriek waar ik nu mee in zee ben gegaan staan ze zelf ook achter het ethische verhaal."

Volgens Loes is het gemakkelijker om als startend label een volledig duurzame productie from scratch op te zetten. "Grote, meer gevestigde merken, kunnen niet in 1-2-3 hun volledige productieketen veranderen. Dat gaat voor hen beetje bij beetje, of ze zetten zijprojectjes op waarmee ze zaken uittesten. Sowieso wordt de prijs van een lokaal geproduceerd product dan wel duurder. Om de investeringskosten onder controle te houden heeft ze een deel van haar middelen binnengehaald via een crowdfunding campagne. 

Consumenten preferenties...

"Via de crowdfunding heb ik ook geleerd dat mensen mijn campagne steunen omdat ze op zoek zijn naar een unieke sportoutfit. In de fitness loopt iedereen in dezelfde merken rond, dus wie eens wat anders wil aantrekken, kan ook bij mij terecht. Ik denk dat het grootste deel van de mensen, die het merk steunen, komen voor de stijl. Voor mij persoonlijk is het duurzame verhaal heel belangrijk, maar ik denk niet dat dat de prioriteit is voor het algemene publiek."  

"Duurzame kledij  is 'nice to have', maar enkel als ook stijl, kwaliteit en prijs aan de verwachtingen van de consumenten voldoen. Daarom hecht ik heel wat belang aan het design. Zo heb ik voor de eerste collectie samengewerkt met het jonge Belgische textielduo Jeu de Fil aan diverse prints met 'Mexicaanse' motieven. Ik heb ook samen met twee vriendinnen gebrainstormd over welke modellen we zouden kiezen. Na die brainstormsessie heb ik de schetsen in een gesloten Facebookgroep met zo'n vijftigtal mensen geplaatst en feedback gevraagd. Het uiteindelijke design is dus een collaboratie met al die mensen. Ik wilde ook iets op de markt brengen waar mensen echt naar op zoek gaan."

"Intussen is er al een tweede collectie uit (2018), en werk ik nu aan het ontwerp voor de derde (2019). Het is de bedoeling om elk jaar te gaan samenwerken met creatief talent uit een nieuw inspiratieland. Voor de collectie van 2018 was dit Zuid-Afrika en maakte Jody Paulsen (een artiest uit Kaapstad) de prints. 

... en criteria voor duurzame mode

Loes is al een aantal jaar bezig met duurzame kledij, maar vindt het zelf ook nog moeilijk kiezen in de kledingwinkels. "Via rankabrand.nl kan je de duurzaamheid van verschillende merken opzoeken, maar je hebt ook duurzame winkels zoals Supergoods, Harvest Club, Host, Mieke, Ramon Antwerpen, ..."

Soms vind je ook wel wat aanwijzingen over duurzame kledij op de site 'voor de wereld van morgen'. 

Ook op MVO Vlaanderen ontdek je verrassende aspecten van duurzame mode:

• kledij als expressie van je persoonlijkheid,
• gezien door de ogen van Antwerpse ontwerpers, 
• van duurzame naar circulaire mode, 
• over 'MUD' jeans, 
• over de rol van mondiale kledingbedrijven,
• over 'meest duurzame jeans ter wereld' - deel 1
• over 'meest duurzame jeans ter wereld' - deel 2