Duurzaamheid en armoede, eenzelfde urgentie

‘Duurzaamheid en armoede’. Het is niet toevallig het thema van het tiende tweejaarlijkse Verslag van het Steunpunt tot bestrijding van armoede.

Het toont de expliciete wil aan van mensen in armoede en hun verenigingen om hun plaats in het debat over de toekomst op te eisen.

Het tweejaarlijkse Verslag 2018-2019 brengt vaststellingen, analyses en aanbevelingen. Met een duidelijke boodschap: de strijd tegen armoede heeft eenzelfde urgent karakter als het milieuvraagstuk, en veronderstelt structurele maatregelen. Klimaatbeleid en armoedebeleid gaan wel degelijk samen.

Lage voetafdruk

De perceptie is dat mensenin armoede zich niet interesseren voor de toekomst van onze planeet. Nochtans is hun impact op het milieu - of hun ‘ecologische voetafdruk’ - vaak kleiner dan die van de gemiddelde burger. Ze zijn immers al ‘avantla lettre’ bezig met bijvoorbeeld energie-en waterbesparing en hergebruik van spullen.

Tijdens het overleg in de aanloop naar het Verslag stelden mensen in armoede vast dat ze vaak uit noodzaak of vanuit een ‘gedwongen’ keuze leven op een manier die hun voetafdruk laag houdt.

Als eersten de dupe

De klimaatopwarming en de milieuvervuiling leggen de bestaande sociale ongelijkheden nog meer naar de oppervlakte. Mensen in armoede worden meer blootgesteld aan vervuiling. Ze wonen en werken immers vaker op plekken met meer vervuiling. Ze zijn er - door een slechtere gezondheid - ook gevoeliger voor.

Ze ondervinden vaak als eersten de gevolgen van milieu-en klimaatveranderingen, zonder over de hefbomen te beschikken om zich ertegen te beschermen. Tegelijk plukken ze niet of nauwelijks de vruchten van het beleid in functie van duurzaamheid.

Leave no one behind

De 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties vormen het kader voor het nationaal en internationaal beleid rond duurzaamheid. Ze zijn gebaseerd op de mensenrechten, die vastliggen in de verschillende mensenrechtenteksten.

De overheden hebben een fundamentele rol in de bewaking van deze mensenrechten en in de realisatie van de SDG's. De centrale boodschap die met de VN Agenda 2030 is meegegeven, is 'to leave no one behind'; niemand achter laten. Deze boodschap klinkt ook doorheen het ganse tweejaarlijkse Verslag, in de eerste plaats naar de overheden toe maar ook naar alle actoren die rond duurzaamheid werken.

Henk Van Hootegem, coördinator van het Steunpunt tot bestrijding van armoede: “De verschillende overheden van het land - maar ook elkeen die initiatieven voor meer duurzaamheid opzet - zouden systematisch armoedesituaties als toetssteen en vertrekpunt moeten gebruiken in de realisatie van rechten van iedereen. Dit kan bijvoorbeeld door bij de uitwerking van beleid of een initiatief telkens een ex ante evaluatie (dus vooraf) te voorzien van de mogelijke impact in armoedesituaties om zo nodig bij te sturen. Het betrekken van mensen in armoede - en de diverse stakeholders - is essentieel”.

Sense of urgency

Geldt er voor het klimaatbeleid een sense of urgency dan geldt die ook voor het armoedebeleid.

De doelstellingen, die de voorbije jaren rond armoedebestrijding werden vooropgesteld, worden niet bereikt. De Europa2020-doelstelling voorziet in België tegen 2020 een daling van het aantal personen in een situatie van armoede of sociale uitsluiting met 380.000. Maar deze groep is quasi stabiel gebleven in vergelijking met de start van de Europa2020-strategie.

Sociale en ecologische doelen ontmoeten elkaar

Niemand achterlaten wil ook zeggen dat armoedebestrijding centraal hoort te staan in het duurzaamheidsbeleid. Sociale en ecologische doelstellingen ontmoeten elkaar immers wel degelijk.

De bouw en renovatie van duurzame woningen - voor eigenaars met een laag inkomen en voor sociale en private huurders - zorgen voor een betere gezondheid van de bewoners en voor veel mogelijkheden tot creatie van kwalitatieve jobs, én ook voor minder energieverbruik.

Een beter openbaar vervoer zorgt voor een betere toegang tot basisdiensten én ook voor minder uitstoot van gassen. Een echte win-win-situatie voor de ganse samenleving.