Dagboek van een designmerk - deel 1

Extremis is een Belgisch designmerk van outdoor meubels. Wereldwijd bekend en internationaal actief. Ze mogen zich zelfs thuis voelen in de top van de internationale designscène. Zeker aangezien ze design en MVO met elkaar willen verbinden. En dan gaat het niet alleen over mensen in een aangename setting en in optimaal comfort samenbrengen.

Maar waarover dan nog? Bram Coudijzer vertelt er in een dagboekreeks meer over.

Waarom Extremis inzet op MVO

Ik herinner me nog ons oude logo van eind de jaren negentig. De groene letters van de baseline ‘sexy outstanding stuff’ waren een minimale referentie naar de tuin, naar het buitenleven. Gaf het gebruik van deze kleur Extremis een groener imago? Misschien voor enkelen.

Voor Extremis was het echter bijzaak. Het opbouwen van een designmerk heeft focus nodig. En Extremis legde de nadruk op Togetherness: het samenzijn met familie en vrienden.

Extremis speelde nooit echt de groene kaart en profileerde zich evenmin puur als een duurzamere designfabrikant.

Waarom niet profileren als duurzame designfabrikant?

Bij Extremis is duurzaamheid en duurzaam ondernemen vanzelfsprekend. We gaan ervan uit dat elk product dat op de markt komt, een impact heeft op het milieu. We brengen daarom nog liever geen product op de markt, dan aan te draven met een tafel van dertien in een dozijn. Alleen als het de gebruiker echt iets bijbrengt, lanceren we ons ontwerp.

Dit hangt samen met het Blue Ocean-principe dat wij genegen zijn. Hierbij gaan we concurrentie uit de weg en proberen we vooral een eigen(wijze) koers te varen.

De impact op het milieu trachten we zo veel mogelijk te beperken. Het is de logica zelve. Dat doen we vanaf de eerste schetsen op de tekentafel. De hele product life cycle wordt kritisch geanalyseerd. En we gaan steeds voor de minst schadelijke oplossing.

Hoe doen we dit? Wij gaan ervan uit dat het meest ecologische product niet weggegooid noch gerecycleerd hoeft te worden.

Het product moet dus ten eerste lang meegaan: materiaaltechnisch en kwalitatief gaan we voor een extreem lange houdbaarheid. Op elke beurs komen eigenaars van een Extremis-meubel ons vertellen dat ze na twintig jaar nog altijd zo tevreden zijn, terwijl het winter en zomer buiten staat.

Ten tweede moet de eigenaar het product ook blijven graag zien. Hippe patroontjes kom je in onze collectie niet tegen, want mode is vergankelijk. We gaan voor tijdloos design, en streven ernaar dat elk meubel ooit een designklassieker wordt. Zo wordt het een erfstuk. Een dat doorgegeven kan worden aan de volgende generaties, samen met de herinneringen aan alle leuke momenten rónd die tafel.

Maar duurzame producten alleen maken van Extremis nog geen duurzame onderneming.

Uitbreiding van gamma noodzakelijk

In de bierstad Poperinge (waar wij gevestigd zijn) was er enkele decennia geleden een fabrikant van machines voor het geautomatiseerd plukken van hoppebellen van de ranken. Deze machines waren zo degelijk gebouwd, dat ze tot op de dag van vandaag nog altijd gebruikt worden.

Dit betekende natuurlijk de ondergang van het bedrijf: er waren bitter weinig herstellingen nodig – meestal konden de boeren die zelf doen – en de hoppeboeren kochten dus nooit een nieuwe machine. De doelgroep van dit bedrijf en dit product was dus zeer beperkt. En ze zijn er ook niet in geslaagd om andere toestellen voor andere soorten teelt op de markt te brengen. De onderneming was dus niet duurzaam, maar het product des te meer.

Extremis differentieert zich wél. Na de lancering van het merk Extremis en de ronde tafel met verstelbare banken (Gargantua) was meteen duidelijk dat het gamma uitgebreid moest worden om een bestendige positie te verwerven op de designmarkt.

Op dat moment was er trouwens nog weinig gaande op vlak van design, specifiek voor buitengebruik. Maar jaar na jaar komt Extremis met nieuwe oplossingen, soms zelfs gepatenteerd.

Het bedrijf kent sinds de oprichting dan ook een duurzame groei. Geen zeepbeleffect, maar een gestage groei naar een breder gamma en een geografisch meer gespreide markt.

De juryleden van de DME-award, een internationale design-managementaward, wisten de aanpak van oprichter en zaakvoerder Dirk Wynants ook te appreciëren. Zij lauwerden Extremis twee jaar op een rij.

Ook OVAM (BE) en Good Design (USA) stopten Extremis verscheidene duurzaamheidsawards toe.

Niet snel communiceren over duurzaamheid

Maar ook in de recentere jaren hanteren we enige terughoudendheid wanneer we communiceren over onze duurzaamheid.

In tijden van greenwashing is het gewoon niet meer geloofwaardig. Bedrijven kunnen claimen wat ze willen. Diegenen met de grootste marketingbudgetten slagen er dan vaak ook het beste in om de klant te overtuigen.

Bij Extremis beperken we ons dus tot het eerlijk informeren over onze groene visie. We praten over materialen en hoe we ze efficiënter aanwenden. Over het beperken van het transportvolume. En dat alles zo transparant mogelijk.

We beseffen maar al te goed dat het produceren en wereldwijd verdelen van meubels niet kan zonder een zekere impact. We weten dat we op bepaalde punten beter kunnen doen in de toekomst. Daarom stellen we elk ontwerp constant in vraag, ook al is het al tien jaar op de markt.

Ecologie en economie gaan hierbij hand in hand. We willen geen compromissen maken op de kwaliteit van onze materialen. Daarom moeten we er wel efficiënt mee omspringen om de prijs enigszins te drukken.

Het is een lange checklist waaraan onze ontwerpen getoetst worden. Dat maakt het des te uitdagender voor ons designteam om dan toch die ene oplossing te vinden. Een die economisch potentieel heeft en ecologisch verantwoord is.