Collegialiteit dragen wij hoog in het vaandel

Zowel het personeel als de directie van Wyckaert Bouwondernemingen engageert zich voor duurzaam ondernemen. Bestuurder Pascale De Backer en SHEQ-manager Kurt Van Moorhem laten werknemers meedenken om ze te betrekken in het duurzame verhaal.

“We hebben een continu proces gecreëerd waarin we nog willen verbeteren.”

Ook in de bouwsector raakt duurzaam ondernemen meer en meer ingeburgerd. Het Gentse bedrijf Wyckaert Bouwondernemingen is een voorbeeld van een good practice.

“Iedereen in ons bedrijf was ervan overtuigd dat er meer in een duurzaam kader moest gebeuren. Het raakt zoveel elementen dat je voélt dat je die stroom moet volgen”, steekt bestuurder Pascale De Backer van wal.

Wanneer werd duurzaamheid voor het eerst geïntegreerd bij Wyckaert Bouwondernemingen?

Kurt Van Moorhem: Duurzaamheid was altijd al een aandachtspunt in ons bedrijf. We zijn al sinds eind jaren negentig ISO 9001 gecertificeerd, en ook voor VCA** (veiligheid, gezondheid en milieu, red.).

Pascale De Backer: Het is wel sinds een jaar of vijf in een stroomversnelling gekomen. In 2013 hebben we aan het Voka Charter concrete acties gekoppeld. Die waren meteen een succes. We willen daarom ook ISO 14001 halen, zodat we conform zijn met die milieu-eisen en wetgeving.

Wat waren jullie eerste inspanningen?

De Backer: Er was een algemene nood in het bedrijf om samen dingen aan te pakken. Zo wilden we ons wagenpark energiezuinig maken, meer sorteren, iets organiseren voor Internationale Vrouwendag... daaruit is onze ‘Wyckaert 3.0’ gegroeid.

Van Moorhem: Het project bestond uit acht werkgroepen. Van 2012 tot 2014 hebben we in die werkgroepen doelen gesteld en actie ondernomen.

Neem het wagenpark: de doelstelling daar was minder dan 115 gram CO2-uitstoot halen. Op enkele jaren tijd hebben we onze vloot vernieuwd met onder meer hybride wagens. Nu zitten we onder die broeikasgaslimiet.

De Backer: Wat niet wil zeggen dat het werk af is: we hebben opnieuw indicatoren vooropgesteld die we willen behalen. Hetzelfde geldt voor de afvalinzameling. We wilden minder afval produceren én beter sorteren. Intussen hebben we minimaal drie verschillende afvalfracties op elke werf.

Van Moorhem: Zo hebben we een continu proces gecreëerd waar we nog in willen verbeteren. Zowel op het gebied van veiligheid en milieu als op menselijk vlak.

We willen onze werknemers bewustmaken en ook betrekken in het verhaal.

Het is niet alleen de directie die duurzaamheid beoogt – het vraagt een inspanning van de hele onderneming.

Hoe faciliteren jullie die betrokkenheid?

Van Moorhem: We hebben eerst een externe firma gevraagd om te polsen wat onze werknemers nu écht denken over onze organisatie en welke richting we uit gaan. Strookt het beeld van de directie met dat van de vloer? Het resultaat dat daaruit kwam, was zeer bevredigend. De neuzen staan dus in dezelfde richting.

De Backer: Wij laten onze mensen ook meedenken. We organiseerden een brainstormingdag, waaruit bleek dat het duurzame verhaal echt leefde. Zo ontstonden zes zelfsturende teams. Die teams hebben we niet zonder meer in onze organisatie geïntroduceerd:

we zijn voorzichtig begonnen en hebben ons concept uitgelegd op alle niveaus.

Van Moorhem: Daarna hebben we gekeken wie we als teamcoördinatoren konden inzetten. De coördinatoren zijn actief in verschillende domeinen: administratie, logistiek, uitvoering… en kunnen dus een rechtstreekse impact hebben op hun afdeling. Tezamen hebben ze op termijn ook impact op de ganse organisatie.

Jullie personeel wordt dus continu betrokken bij de acties?

De Backer: Absoluut: als directie vertrouwen we op onze mensen, ook voor de uitvoering. Zo hopen we iedereen te kunnen betrekken bij duurzaam ondernemen.

Er is ook budget om de ideeën van werknemers uit te werken, maar zij moeten wel met een plan komen.

Wat zijn de struikelblokken, en wat stellen ze voor als alternatief? Ze maken ook een budget op van de potentiële investering.

Van Moorhem: Zo zetten we acties op, samen met de teamcoördinatoren. De directie beslist samen met hen hoe en wat we kunnen realiseren. Die coördinatoren krijgen hun functie trouwens voor een jaar, of tot een lopend project is afgewerkt. Het is de bedoeling dat er constant vernieuwing is – zo verhogen we opnieuw de betrokkenheid.

Wat is de grootste drempel?

De Backer: Mensen motiveren en aantrekken. Zeker naar de arbeiders toe is dat een uitdaging.

De mindset zit goed en de projecten lopen vlot, aan ons nu om het duurzame verhaal te blijven uitdragen.

Die warmte, die zorg moet je overbrengen.

Van Moorhem: Je kan daarom niet genoeg communiceren. Er zijn ongetwijfeld nog altijd mensen die “het” niet hebben gehoord. Dat is een aandachtspunt: hoe bereiken we écht iedereen? Alle vormen van communicatie kunnen helpen opdat iedereen aan hetzelfde zeel trekt.

Dat de neuzen alvast in dezelfde richting staan: is dat een gevolg van jullie HR-beleid?

Van Moorhem: Ik denk het wel. We hebben hier een goed, trouw werknemersbeleid. Ons bedrijf heeft een bepaalde filosofie: het is belangrijk dat je goed en snel kan werken, maar collegialiteit dragen wij ook hoog in het vaandel. Er wordt niet met de vinger gewezen als je een kwartier aan het praten bent. En iedere verjaardag wordt gevierd. Hier is altijd taart, bij wijze van spreken (lacht).

De Backer: Er wordt veel gevraagd van een werknemer, maar als directie zijn we ook veeleisend voor onszelf. We investeren trouwens doorlopend in ons HR-beleid. Onze evaluatiegesprekken zijn open gesprekken waarbij sterktes en zwaktes naar boven komen. Je krijgt doelstellingen, waarvoor we ook begeleiding voorzien: wat kunnen we als directie doen opdat je verbetert?

Hoe creëer je zo’n cultuur van vertrouwen?

Van Moorhem: Die cultuur is hier van generatie op generatie overgedragen. Er is ook weinig verloop, zowel bij de arbeiders als bij de bedienden. Vorige week is nog iemand op pensioen gegaan na 40 jaar trouwe dienst.

Wij gaan voor ’gezond groeien’: onze mensen nemen de beslissingen mee.

Een projectleider of aankoper kan ook zelf knopen doorhakken, hoewel zij soms over grote bedragen gaan. Maar dat is ook de sterkte: het wordt menselijk door ze die bevoegdheid toe te vertrouwen.

De Backer: Ik denk dat vertrouwen een van de basisfundamenten is: altijd vertrekken vanuit het goede van de mens. We werken daar natuurlijk aan: er zijn allerlei initiatieven om meer betrokkenheid te genereren. Met activiteiten, zoals Veiligheidsdag, om al onze mensen samen te brengen, stimuleren we zowel de sfeer als de betrokkenheid.

Zijn er ook werknemers die het juist moeilijk vinden om te functioneren in een zelfsturend team?

Van Moorhem: Er zullen er zijn die een eerder afwachtende houding aannemen. Daar is niets mis mee: zoiets moet groeien. Het is een visie die je niet van vandaag op morgen hebt. Maar iemand die zegt dat hij niet meedoet: nee, zo ben ik nog niemand tegengekomen.

De Backer: Ik heb onlangs aan onze teamcoördinatoren gevraagd om met hun afdeling te brainstormen. Zo kwam er een baseline per departement als antwoord op de vraag: wat kunnen we doen voor de anderen? Toen bleek dat alles gewoon samenhangt. Dat zijn oefeningen die je bewust maken van wat je met z’n allen kan bereiken.

Zijn er voorbeelden van duurzaamheidsinitiatieven die in die zelfsturende teams zijn ontstaan?

De Backer: In de HR-afdeling hebben we alvast een extra persoon aangeworven, die meer ondersteuning biedt. Zo willen we de juiste combinatie tussen de zachte en harde HR.

De Backer: We gaan ook voor een stukje digitaliseren. We hebben Cloud geïntegreerd, zodat we een beheersysteem voor documenten hebben dat toegankelijk is voor ons én onze stakeholders. Zo kunnen we makkelijker workflows integreren. We zijn ook bezig met de integratie van een scanningssysteem, om te zorgen voor een nog vlottere werking tussen werf en magazijn.

Van Moorhem: Ook ons magazijn wordt geoptimaliseerd. Ons materiaal wordt nu beter gecontroleerd vooraleer onze werknemers aan de slag gaan. En op de werven willen we zoals gezegd nog meer en beter sorteren. Dat is een voortdurend proces.

Van Moorhem: We willen ook meer duurzaam bouwen. Als partner in bouwprojecten hebben we die kennis in huis. Het is daarom belangrijk om voor te stellen dat je energiezuinig bouwt, met zonnepanelen en dergelijke. Dat is ondernemen met een gezond boerenverstand, want dan kies je zowel voor kwaliteit als veiligheid, rekening houdend met het milieu en de omgeving…

Hoe positioneren jullie zich op de markt? Zetten jullie collega’s ook in op duurzaamheid?

Van Moorhem: We hebben nog geen vergelijking gemaakt, maar gaan op dit ogenblik na wat onze stakeholders verwachten van Wyckaert.

De Backer: De bouwsector heeft in het voorbije decennium heel wat vorderingen gemaakt. Het is nu zaak die dynamiek te gebruiken. Daarom hebben we onlangs een charter uitgestuurd naar onze leveranciers en onderaannemers waarin we duidelijk maken dat wij bezig zijn met duurzaam ondernemen. Wij vragen hen ook mee te stappen in dit verhaal. Zo hopen we onze onderaannemers aan te moedigen tot de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen die wij stellen. Zo creëer je transparantie.

Van Moorhem: Het is nog maar een eerste stap, maar de respons op dat charter is zeer goed. En ook in het aankoop- en uitvoeringsbeleid willen we naar een duurzame samenwerking.

Merken jullie dat klanten daarop letten?

Van Moorhem:

We merken dat er meer en meer klanten met duurzame partners wensen te werken.

Het is geen eis, maar voor klanten als Volvo Cars Gent en Arcelor Mittal biedt het toch een meerwaarde.

Vorig jaar hebben we zelfs de Volvo Quality Excellence Award gekregen. Die beloont tekens een partner, na een grondige scan. Volvo Cars Gent stelt dan ook hoge normen aan zijn leveranciers.

Zijn labels en erkenning belangrijk voor jullie?

Van Moorhem: Ze leggen extra gewicht in de schaal. We boren op die manier een klantenpotentieel aan dat de waarde ervan erkent. Ik denk dat het belangrijk is om met die labels naar buiten te treden. Dat doen we misschien nog wat te weinig. We zijn soms te bescheiden.

De Backer: Dat zit een beetje in ons DNA: we hoeven niet in de spotlights te staan. Al is die uitstraling naar de buitenwereld toe wel erg belangrijk, en kunnen we ons nog onderscheiden als het over duurzaam ondernemen gaat.

Van Moorhem: (knikt) Bescheidenheid is mooi, maar je mag weleens pronken. Wij staan ergens voor. Waar je goed in bent, mag je tonen.