Circulaire economie groeimotor voor jobcreatie

De werkgelegenheid in de Vlaamse circulaire economie groeide de voorbije tien jaar bijna drie keer sneller dan in de hele Vlaamse economie. Ruim 43.000 werknemers zijn er momenteel aan de slag. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het Steunpunt Circulaire Economie en het onderzoeksconsortium MICHELLE op vraag van de Vlaamse minister Hilde Crevits en Zuhal Demir.

Uit de nieuwe studie blijkt dat tussen 2008 en 2020 het aantal werknemers in de circulaire economie steeg met 16,4%. Ter vergelijking: het aantal werknemers in de hele Vlaamse economie nam in diezelfde periode toe met 5,8%.

Bij beide kende de groei van tewerkstelling een stabilisering in 2020, te verklaren door het uitbreken van de coronacrisis en de daarbij horende maatregelen.

De groei in de circulaire economie is te danken aan een verhoogde tewerkstelling in tal van circulaire sectoren zoals de afvalsector, de restauratie van gebouwen en het onderhoud van motorvoertuigen.

De  grootste groei zien we bij tweedehandsverkoop, verhuur en leasing. Enkel de reparatiesector tekent een daling op, maar dit zou volgens de onderzoekers te maken hebben met een uitschieter die mogelijks een vertekend beeld geeft.

Minder werkloosheid, meer aandacht voor het klimaat en leefmilieu

Voorts wordt de huidige en de toekomstige tewerkstelling onderschat volgens de onderzoekers. Enkel de sectoren  die voor 100 procent aan de  circulaire  economie toe te schrijven zijn, werden meegeteld in de studie. In realiteit zijn er echter veel meer sectoren waarin  zowel  circulaire  als  niet-circulaire  activiteiten plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld de bouwsector. Voor die sectoren wordt momenteel nog onderzocht om hoeveel circulaire jobs het effectief gaat.

Daarnaast verwachten de onderzoekers dat de stijgende trend van de circulaire tewerkstelling zich zal voortzetten.  Uit eerder onderzoek van  het Steunpunt Circulaire Economie blijkt dat er tegen 2030 nog eens 30.000 jobs in de circulaire economie kunnen bijkomen in Vlaanderen.

Voor minister Crevits, ook bevoegd voor Werk, toont de studie aan dat de bijkomende jobs mee een antwoord moeten bieden op de werkloosheid in Vlaanderen. Vooral voor kort- en middengeschoolde  profielen  is  de  extra  tewerkstelling  een  opportuniteit.  Bij hen ligt de werkloosheid momenteel  gevoelig hoger dan bij hooggeschoolden. 

Op die manier zijn er niet alleen meer mensen aan het werk, maar dragen zij tegelijk hun steentje bij aan de maatschappij.  Dit  komt  ten  goede  aan  heel  Vlaanderen:  de  circulaire  jobs  zijn  namelijk verspreid in alle regio’s.